De voorbije twee weken voerde de Klimaatcoalitie verschillende acties, die gisteren werden afgesloten met een grote verjaardagstaart in Brussel. Vandaag beslisten de Europese staatshoofden om de EU klimaatambitie voor 2030 te verhogen naar een uitstootvermindering van minstens 55% (ten opzichte van 1990). De Klimaatcoalitie erkent dat dit een belangrijke stap is maar herinnert er tegelijk aan dat dit een absoluut minimum is en dus zo strikt als mogelijk moet ingevuld worden.
Dat de EU een nieuwe, verhoogde doelstelling voor 2030 formuleert is een belangrijk signaal en bevestigt het belang van het Akkoord van Parijs. Maar het is opletten voor de invulling: volgens de Klimaatcoalitie is een ambitieniveau van minstens 60% reële uitstootvermindering in 2030, zonder ingebouwde flexibiliteiten, het minimum om het EU-beleid in lijn te brengen met de internationale afspraken. Europa kiest echter voor een ‘netto’ uitstootvermindering van minstens 55%. In realiteit betekent dit in het slechtste geval een vermindering van de uitstoot van slechts 50,5%.
“We vragen al sinds het Akkoord van Parijs dat de EU zijn doelstellingen zou aanscherpen. Dit is dus wel degelijk een belangrijk moment. Maar we kunnen met deze deal nog niet echt spreken van een eerlijke bijdrage van de EU aan de internationale doelstellingen”, zegt Lien Vandamme, woordvoerder van de Klimaatcoalitie.
De Europese ambitieverhoging is belangrijk in het licht van de internationale klimaattop die morgen doorgaat. De EU mag daar het woord nemen, net als al onze buurlanden, maar België niet. De voorwaarde om te mogen spreken: nieuwe engagementen aankondigen.
“We zijn verheugd dat België de Europese ambitieverhoging steunde maar zelf toont ons land onvoldoende ambitie om te mogen spreken op de top. Nochtans moet er nog dit jaar een nieuwe aankondiging op vlak van internationale klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden komen. Deze top was een unieke kans om dat te doen”, aldus Lien Vandamme.