Een abdij te lande

Toen in 2005 de gespreken werden gestart om een ‘nieuw klooster’ te bouwen, was het van meetafaan duidelijk om zorgvuldig om te gaan met het milieu, met onze omgeving en het gebouw daarin een goede plaats te geven. Vertrekkend vanuit onze ‘eerbied voor de schepping’, stond de vraag naar een duurzaam ontwerp met een minimale impact op de omgeving, vanaf de eerste besprekingen bovenaan op de agenda.

En de verschillende architecten hebben dit ernstig genomen door deze bekommernis te vertalen in een werkbaar concept. We kozen voor een kloostervierkant, waarbij de abdijkerk deel uitmaakt van de gebouwen rond het vierkant, begrensd door de pandgang. Deze typologie is gebaseerd op het aloude principe van de Cisterciënzerabdijen in Europa.

 

IMG 9361 800Evenwicht tussen eenvoud, functionaliteit en duurzaamheid

Een multidisciplinaire benadering vanaf de eerste voorontwerpfase, heeft ervoor gezorgd, dat naast de gebruikelijke randvoorwaarden waarin een ontwerp tot stand komt, ook een aantal duuzaamheidsaspecten geïntegreerd werden. Samen met een bouwfysisch ingenieursbureau werd het ontwerp geoptimaliseerd en gepoogd een evenwicht te vinden tussen eenvoud, functionaliteit en duurzaamheid. Alle criteria werden uitvoerig besproken, tegen elkaar afgewogen en uiteindelijk vastgelegd in een programma van eisen.

Eén van onze architecten zei daarover: ‘Een eenvoudig concept gevoed met de complexiteit van het goed doordachte is de sleutel om tot duurzame architectuur te komen. Ik vind niets nieuws uit, cisterciënzers doen dit al 900 jaar’.


Trias Energetica

Duurzaam bouwen – en dat wordt weleens over het hoofd gezien- betekent op de eerste plaats bouwen voor een lange duur. Dit impliceert een doordacht concept, een structuur die een flexibele invulling toelaat en het gebruik van materialen die de tand des tijds doorstaan. Baksteenmetselwerk, natuurleien en houten schrijnwerk verzoenen deze eisen met de nagestreefde soberheid van het ontwerp.

Bij de bouw van het klooster werd op vlak van energiebeleid van in het begin rekening gehouden met het begrip ‘Trias Energetica’. De drie pijlers van dit begrip zijn als volgt samen te vatten:

  1. Beperk de energievraag van het gebouw. Een goede schil van het gebouw is uitermate belangrijk. Daarom werd er gekozen voor een doorgedreven isolatie van het gebouw (isolatiepeil K25), gecombineerd met een goede luchtdichtheid en een in de hand gehouden ventilatie. Deze staan borg voor minimale energieverliezen. Ook de compactheid van het gebouw is belangrijk. In ons geval is de balans tussen gesloopte kloostergebouwen en het nieuw klooster een vermindering van 1.038 m² of 3.687 m³.
  2. Gebruik zoveel als mogelijk hernieuwbare energiebronnen. De energiebron –brandstof- bestaat uit houtsnippers. Een brandstof waarvan de CO2-cirkel nul is. De technische installaties (o.m. verluchting) zijn alle frequentiegestuurd, om het energieverbruik zo laag mogelijk te houden. Oververhitting wordt vermeden door middel van uitwendige schermen op de bezonde gevels, in combinatie met binnenluiken. Lage temperatuursverwarming (vloerverwarming) draagt uiteindelijk ook bij aan het geringe energieverbruik. 
  3. Maak zo efficiënt mogelijk gebruik van fossiele brandstoffen. Er werd gezorgd voor energie-efficiënte verlichtingstoestellen; hybride ventilatie (combinatie mechanische-natuurlijke ventilatie); frequentiesturing op motoren, pompen, ventilatoren en het beperken van snelheden in leidingen en kanalen om de drukverliezen te beperken en zo het hulpenergieverbruik te minimaliseren. In het oude klooster verbruikten we gemiddeld 100.000 L. stookolie per jaar voor zes branders. Voorlopig is er nog één stookolieketel (5.700 L. per jaar) in gebruik voor de verwarming van enkele burelen en de bierverkoop in afwachting van een nieuwbouw in de nabije toekomst.


DSC 8367 765

Waterbeheer

Ook met water wordt er zorgvuldig omgegaan. Het regenwater wordt opgevangen en overal waar mogelijk gebruikt voor de sanitaire installaties en voor het reinigen.

Al het afvalwater van de abdij en brouwerij wordt reeds gezuiverd in een eigen waterzuiveringsinstallatie alvorens te lozen in het oppervlaktewater. Deze waterzuivering bestaat reeds vanaf het begin van de jaren tachtig (méér dan dertig jaar) en is nu aan vernieuwing toe. Bij de nieuwe waterzuivering zal er rekening gehouden worden om dit ‘gezuiverde afvalwater’ in de toekomst terug te gebruiken voor onderhoud/reiniging hoofdzakelijk in de brouwerij. Deze werken zijn gepland voor 2017-2018.


DSC 8267 800

Ecologische ingrepen in de brouwerij

Ook in onze kleinschalige brouwerij, waar de Trappist Westvleteren wordt gebrouwen om ter plaatse te verkopen aan particulieren en aan het ontmoetingscentrum de Vrede tegenover de abdij, is er leven op gebied van ecologie.

We investeerden de laatste jaren in nieuwe gebouwen en installaties die heel wat ‘milieuvriendelijker’ zijn dan de oude. 
De lagerkelder werd vernieuwd. Er werd een volledig geautomatiseerde reinigingsinstallatie voor de tanks en leidingen geplaatst (CIP), waardoor het verbruik van reinigingsproducten en water drastisch verminderde (2010). Het waterverbruik in de brouwerij is tot de helft herleid.

DSC 8307 765


Er werd geïnvesteerd in een nieuwe bottelarij in een goed geïsoleerd gebouw (2013). Door de goede isolatie heeft de bottelarij geen bijkomende verwarming nodig. Het waterverbruik voor flessenspoelmachine en onderhoud is 7 maal lager en het elektriciteitsverbruik is de helft van de oude bottellijn.

De oude stoomketel op stookolie is vervangen door een nieuwe op aardgas. De stoomketel werd eveneens extra geïsoleerd om warmteverliezen te vermijden.

 

In september 2015 werd er gestart met de bouw van een nieuwe nagisting. Deze is in 2016 in gebruik genomen. Het werd een gebouw met weinig inertie. 

DSC 8485 800

De isolatie zit aan de binnenkant van het gebouw. De warmte zal onmiddellijk de trappist Westvleteren opwarmen. De verwarming is eveneens op aardgas. De technieken die instaan voor het verpompen van water en de ventilatoren zijn energiezuinig en zó gedimensioneerd en geautomatiseerd om het elektrisch vermogen zo laag mogelijk te houden.


Het dagelijks leven

Tot slot nog dit: ook in de toekomst -dichtbij en verderaf- pogen we met eerbied voor Gods schepping en de schepselen verder te werken… ook door aandacht te geven aan de kleine dingen van ons dagelijks leven: door te sorteren, te recycleren, gebruik te maken van duurzame materialen, zorgzaam om te gaan met verlichting en verwarming…
Dit alles vanuit een diep besef dat “de schepping de ruimte is die God ons geeft om een ‘wij’ op te bouwen”. (Paus Franciscus, 07.07.2015)

broeder Paul, econoom
Westvleteren, 10 april 2017

http://sintsixtus.be