Een omgeving vol leven
Heel wat parochies, verenigingen, congregaties, instellingen, scholen, organisaties hebben een kleine tot grote groene ruimte: (kerk)tuinen, hagen, bloemenperken, borders, groenbuffers, bomengroepen, moestuinen, boomgaarden, enz... Een aantal jeugdbewegingen hebben bivakhuizen of vormingscentra, ingeplant in een groot groen domein.
Deze bieden een uitstekende kans om te werken aan een mooie, aangename en biodiverse omgeving voor de werking. Voor vrijwilligers of bewoners met groene vingers is het een mooie gelegenheid om samen te werken, vriendschappen te ontwikkelen en hun resultaten te delen met bezoekers en deelnemers.
- Hou bij de keuze van struiken rekening met streekeigen, inheemse soorten.
- Heb je een groenten- en kruidentuin? Ga dan ook voor een biodivers menu. In de meeste tuincentra en ook bij VELT kan je biozaden en pootgoed kopen van speciale rassen, eetbare bloemen, en zeldzame groenten. Zelfs in warenhuizen zijn intussen ook de zogeheten 'vergeten groenten' weer te koop. Met die hernieuwde populariteit verdienen ze zeker ook een plekje in jullie moestuin.
- Maak er een miniparadijs van voor vogels, vlinders, hommels en bijen door ook soorten te planten die aantrekkelijk zijn voor deze dieren. In tuincentra vind je een aantal bloemenmengsels die bestuivers aantrekken.
- Voer snoeihout niet af, maar maak ergens een takken-berg of takkenwal. Vogels vinden hier bescherming en sommige soorten vinden er een nestgelegenheid (bijv. het winterkoninkje).
- Met water in de tuin doet u veel dieren een plezier. Dat hoeft geen vijver te zijn, maar kan ook een schaal met water zijn.
- Als je een groter domein hebt, overweeg dan de aanleg van een poel, een ideale biotoop voor amfibieën en talloze dieren. Voor inspiratie kan je terecht bij het Agentschap Natuur en Bos of bij de verantwoordelijken van het Regionaal Landschap in je buurt. Soms krijg je er ook subsidies voor.
- subsidies zijn er ook in sommige gemeenten voor het aanplanten van traditionele streekeigen bomen, zoals houtkanten en knotwilgen.
- Een levende haag met streekeigen haagplanten is ook aangenamer dan een afsluiting met draad, beton of PVC. Ze samen met vrijwilligers onderhouden, is leuk en gemeenschapsbevorderend.
- Ga niet voor een gazon met enkel grassen, maar kies een biodivers zaadmengsel waarin ook diverse inheemse kruiden en bloemen zitten. Maai het niet te vaak en niet te kort, zodat de bloemen tijd krijgen om te bloeien en insecten aan te trekken.
- Voor parochies, congregaties en gemeenschappen: het is een goede gewoonte om in de kerk bloemen en takken te gebruiken. Meestal worden bloemen gekocht maar het kan ook anders:
- Is er grond bij de kerk of pastorie? Plant daarin struiken, vaste planten en bollen die geschikt zijn voor het bloemschikken in de kerk.
- Je eigen kerktuin kan ook een goede plek zijn voor het ontvangen van mensen of voor activiteiten van bvb catechese of voor het aanbieden van zinvol vrijwilligerswerk aan mensen in de parochie.
- Als de kerk midden in een stad staat, kan je wellicht bakken en grote potten plaatsen en bijvoorbeeld eenjarige snijbloemen zaaien.
- Mooie voorbeelden van kerk- en kloostertuinen vind je op inspiratie-tuinen.nl.
- Wist je dat er traditiegetrouw in de adventstijd en de veertigdagentijd geen bloemen in de kerk gebruikt worden? Het zijn perioden van inkeer en bezinning: ook buiten is alles nog ‘ingekeerd’ in rust! In de advent kan je met groene takken werken. In de veertigdagentijd kan composities maken met bijvoorbeeld jute, zand en snoeihout. Voor ideeën: zie de werken van Tini Brugge op www.liturgischbloemschikken.nl .
- Als je bloemen koopt, kies dan voor soorten die bij het seizoen passen (geen chrysanten in mei en geen tulpen in december), en liefst van lokale teelt (niet ingevoerd per vliegtuig). Als het bloemen van buiten, van de ‘koude grond’ zijn, dan is er ook geen extra energie voor de serre nodig geweest.