Campagne
Ecokerk 2024
"Het volstaat niet om de verschillende soorten vanuit hun eventuele bruikbaarheid te benaderen, ze hebben ook een intrinsieke waarde. Elk jaar verdwijnen duizenden soorten planten en dieren die we niet meer zullen kennen, die onze kinderen niet meer zullen zien, ze zijn voor altijd verloren. De grote meerderheid ervan wordt door het menselijk handelen vernietigd. Door ons kunnen duizenden soorten God niet meer loven en kunnen ze ook niet meer hun boodschap aan ons doorgeven. Dat recht hebben we niet."
(Laudato Si’ 33)
Met de campagne voor de scheppingsperiode van 2024, legt Ecokerk opnieuw de focus op 'alles wat ademt en leeft', de rijke biodiversiteit van onze wereld die helaas sterk bedreigd is door toedoen van de mens.
Snel naar:
Het loflied van alles wat ademt en leeft
Het uitsterven van alles wat ademt en leeft
Naar de bescherming van alles wat ademt en leeft
Herstel de relatie met alles wat ademt en leeft
Werk samen met alles wat ademt en leeft
Kerk in actie voor alles wat ademt en leeft
De 7-sprong voor alles wat ademt en leeft
"Al wat Gij geeft, alles wat ademt en leeft,
wil U, zijn oorsprong, vereren”.
(uit: U Heer zij lof gebracht, ZJ 780)
Dit ene zinnetje uit het gekende liturgisch loflied is een korte samenvatting van een oud inzicht, ons overgeleverd via de Joods-christelijke traditie: alles wat bestaat is een geschenk van God en samen met alle andere levensvormen, vormen wij mensen een koor dat de lof zingt van de Schepper.
Het is een echo van bijvoorbeeld Psalm 148, waarin de uitnodiging tot lofzang niet enkel uitgaat naar de ‘bewoners van de hemel’, naar ‘zon en maan en heldere sterren’, naar de ‘vorsten en leiders, overal ter wereld’, en naar mensen ‘oud en jong tezamen’, maar ook naar de ‘bewoners van de aarde, zeemonsters en oceanen, vuur en hagel, sneeuw en rook, de stormwind, de bergen en heuveltoppen, hout dat vrucht draagt, ceders, dieren in het wild, vee in het veld, alles wat kruipt en op vleugels gaat’.
Geheel in diezelfde traditie dichtte Franciscus van Assisi met zijn Zonnelied het loflied van alle schepselen.
In zijn brief voor de Scheppingsperiode van 2022 heeft paus Franciscus het over ‘de grootse kathedraal van de schepping’ waar we ‘genieten we van het "groot kosmisch koor" samengesteld uit talloze wezens, die allemaal de lof van God zingen.’
Hij verwijst daarbij ook naar de encycliek Laudato Si’, en “de overtuiging dat alle wezens van het universum, die geschapen werden door dezelfde Vader, door onzichtbare banden verbonden zijn en een soort universele familie vormen, een schitterende gemeenschap die ons aanzet tot een heilig, teder en nederig respect.” (LS89)
Helaas is het ‘heilig, teder en nederig respect’ geen eigenschap gebleken van de moderne mens.
Zijn activiteiten brachten een dramatische uitstervingsgolf op gang. Van vele andere soorten zijn de aantallen zo sterk gekrompen, dat ze met uitsterven bedreigd zijn. Volgens het Living Planet Rapport van WWF van oktober 2022 zijn de populaties van wilde dieren sinds 1970 met maar liefst 69% gekrompen. Het verlies aan biodiversiteit is dan ook één van de grote crisisthema’s van onze tijd, samen met de klimaatverandering.
In diezelfde brief voor de scheppingsperiode van 2022 herhaalt de paus zijn oproep uit Laudato Si’: “Tragisch genoeg gaat dat mooie lied gepaard met een kreet van angst. Of nog beter: een koor van angstkreten. In de eerste plaats is het onze zuster, moeder aarde, die het uitschreeuwt. Ten prooi aan onze consumeristische buitensporigheid, huilt ze en smeekt ze ons om een eind te maken aan ons misbruik en aan haar vernietiging. Dan zijn er ook al die verschillende wezens die het uitschreeuwen. Overgeleverd aan een “tiranniek antropocentrisme” (LS 68), volledig in strijd met de centrale plaats van Christus in het scheppingswerk, sterven talloze soorten uit en worden hun lofzangen tot zwijgen gebracht. Er zijn ook de armsten onder ons die het uitschreeuwen. Blootgesteld aan de klimaatcrisis voelen de armen des te sterker de gevolgen van de droogte, overstromingen, orkanen en hittegolven die steeds heviger en frequenter worden.”
Met deze indringende alarmkreet versterkte hij het VN-biodiversiteitsrapport van 2019. Dat rapport laat niets aan de verbeelding over. Het stelt dat we 'de fundamenten aan het aantasten zijn van onze economieën, ons levensonderhoud, de voedselveiligheid, onze gezondheid en levenskwaliteit in de hele wereld." Het rapport wijst op de alarmerende realiteit: van de acht miljoen dier- en plantensoorten op aarde zijn er de komende decennia zowat een miljoen met uitsterven bedreigd. En dat is een rechtstreeks gevolg van de menselijke activiteiten. Het besluit is duidelijk: "Alleen een fundamentele verandering, wereldwijd en in alle geledingen van de maatschappij, kan nog tot een ommekeer leiden."
Het valt op hoezeer het biodiversiteitsrapport met dezelfde urgentie en bijna dezelfde woorden oproept tot verandering, als de klimaatwetenschappers die in hun rapport zeggen dat “snel verregaande en ongeziene maatregelen” nodig zijn om de klimaatopwarming onder de 1,5°C te houden..
Net als het VN-klimaatverdrag dateert het VN-biodiversiteitsverdrag van 1992. Het werd afgesloten na de Aarde-top in Rio. Beide thema’s zijn ook nauw met elkaar vervlochten. De klimaatverandering zet een vliegwiel op de verslechterende toestand van ecosystemen en het verlies aan biodiversiteit. Omgekeerd zijn gezonde ecosystemen en de soortenrijkdom broodnodig in de strijd tegen de klimaatverandering en de bedreigende gevolgen ervan.
Net zoals op de opeenvolgende VN-klimaatconferenties internationale afspraken gemaakt worden om het klimaatverdrag concreet te maken, zijn er VN-conferenties die hetzelfde doen voor de bescherming van de biodiversiteit. Zij worden tweejaarlijks georganiseerd.
Het biodiversiteitsrapport van 2019 moest helpen om een nieuw biodiversiteitsakkoord af te spreken, met een strategisch plan tot 2030 en een langetermijnplan tot 2050. Het zou de biodiversiteits-tegenhanger worden van de 1,5°C-doelstelling van het klimaatakkoord van Parijs.
Dat was ook wel nodig, want van het vorige tienjarenplan dat in 2010 was afgesproken, werd geen enkele doelstelling behaald.
Vanuit de ngo’s en de kerken werd dan ook veel druk gezet op de onderhandelaars om de top te laten slagen. En ook het bedrijfsleven drong aan op een ambitieus akkoord. Meer dan de helft van de wereldeconomie is afhankelijk van goed werkende ecosysteemdiensten, en het verlies aan biodiversiteit dreigt een enorme economische schadepost te worden.
De top in Montreal leverde uiteindelijk een historisch akkoord op: de afspraak om het verlies aan biodiversiteit tegen 2030 te stoppen en om wereldwijd ten minste 30% van het land, zoet water en de oceaan te beschermen. Daarbij wordt ook de belangrijke rol van inheemse volkeren erkend.
De Belgische diversiteitscoalitie (WWF, BOS+, Greenpeace, Natagora, Natuurpunt, CANOPEA en BBL) verwelkomde het akkoord, maar wees er op dat deze ambities dode letter zullen blijven als de financiering achterwege blijft.
In juni 2022 lanceerde de Europese Commissie haar voorstel voor een ‘Natuurherstelwet’. Dit voorstel legde sterke bindende doelen op tafel: de lidstaten moeten 30% van hun gedegradeerde ecosystemen herstellen tegen 2030, 90% tegen 2050. Steden moeten vergroenen, rivieren moeten vrij stromen, landbouwers moeten de biodiversiteit versterken en bossen moeten meer natuurlijk beheerd worden.
Na de boerenprotesten van eind februari 2024 werden in sneltempo erg kortzichtige maatregelen doorgevoerd in een landbouwakkoord, dat als gevolg heeft dat natuurbeleid in Vlaanderen verder wordt afgezwakt. De landbouwers, die terechte zorgen hebben, zijn er niet mee geholpen: door zonder langetermijnvisie regels te versoepelen, gaan de echte problemen niet weg. Het milieu opofferen helpt de boeren namelijk niet, zo stelt onze lidorganisatie Broederlijk Delen in een opiniestuk. Deze maatregelen dienen vooral om de gemoederen te bedaren, maar een significante impact op het inkomen van de gemiddelde boer zal er niet zijn, terwijl de biodiversiteit verder achteruitgaat. We moeten net resoluut durven kiezen voor een landbouw- en voedselsysteem dat sociaal rechtvaardig en ecologisch duurzaam is, en deze visie uitwerken samen met boeren, burgers en het middenveld.
De Vlaamse regering liet weten zich te zullen blijven verzetten tegen de Natuurherstelwet, maar als reactie op dit éénzijdig akkoord lieten meer dan 60 organisaties uit het brede middenveld hun stem weerklinken in een open brief: natuur is een zaak van ons allemaal. In deze brief pleitten de organisaties voor een duurzaam landbouwmodel, met een leefbaar inkomen en bestaanszekerheid voor de landbouwer binnen de grenzen van milieu, natuur en klimaat zodat we er als maatschappij in zijn geheel wel bij varen.
Het stemt alvast hoopvol dat volgens een recente opiniepeiling 85% van de Belgen van mening is dat onze overheden zich meer moeten inzetten voor natuurherstel en het verbeteren van de biodiversiteit in landbouwgebied.
Op 27 februari 2024 werd het voorlopig akkoord over een Europese natuurherstelwet aangenomen door het Europees Parlement. De Belgische Biodiversiteitscoalitie reageerde opgelucht. Enkel de Raad moet de tekst nog bekrachtigen vooraleer de wet in werking kan treden.
Een coalitie van middenveldorganisaties, waaronder Broederlijk Delen, vraagt intussen ook aan de EU om actie te ondernemen inzake de export van in de EU verboden pesticiden. De conclusies van een rapport over de gevolgen van een exportstop zijn namelijk overduidelijk: de stop zal een positief effect hebben op de gezondheid van mensen en het milieu in de importerende landen, terwijl de economie in Europa zelf geen schade zal oplopen.
“De scheppingsverhalen in het boek Genesis (…) geven aan dat het menselijk bestaan gebaseerd is op drie fundamentele en nauw met elkaar verbonden relaties: de relatie met God, met de naaste en met de aarde. Volgens de Bijbel werden deze drie vitale relaties verbroken, niet alleen buiten ons maar ook binnen onszelf. Deze breuk is de zonde. (…) Bijgevolg veranderde de aanvankelijk harmonieuze relatie tussen de mens en de natuur in een conflict.” (Laudato Si’ 66)
Bovenstaand citaat bevat voor velen een verrassend nieuw inzicht. Want hoezeer die ‘derde relatie’ ook thuishoort in onze joods-christelijke traditie, we waren ze onderweg ergens kwijtgespeeld. Dat gebeurde zo’n 250 jaar geleden, onder invloed van de moderniteit, aldus Trees Van Montfoort in haar boek ‘Groene theologie’. Volgens zo’n ‘modern’ beeld is niet de hele werkelijkheid op weg naar voltooiing in God, maar enkel de mens.
Deze denkwijze kreeg gaandeweg zijn vertaling in de kerkpraktijk. Ook al gebruikten we natuurbeelden in onze teksten, onze gebeden of onze beeldspraak, fundamenteel ging het tot voor kort in de liturgie, de catechese en de diaconie over God en de mensen, en niet langer over de staat van ‘onze zuster moeder Aarde’ of over de beleving van onze relatie met het niet-menselijke leven.
In feite waren we opgevoed met het idee dat we de aarde moesten onderwerpen en dat we de natuur met haar grond, water, lucht en levende wezens ongestraft konden gebruiken, verdringen, ontginnen, uitroeien, ontbossen, verbranden, vervuilen, genetisch manipuleren, met pesticiden vergiftigen, enzoverder.
We hadden met de natuur geen ‘relatie’. Het was enkel een grote hangar vol voorraden en middelen die ons vrij ter beschikking staan en waarmee we naar goeddunken kunnen handelen. Tot vandaag zorgt deze denkwijze voor economische projecten en politieke beslissingen die natuur en ecosystemen opofferen aan snel geldgewin, zelfs in beschermde natuurgebieden.
“Daardoor wordt de aarde waarop we leven minder rijk en minder mooi, steeds beperkter en grijzer,” zo lezen we in Laudato Si’, “terwijl de technologie en de consumptie zonder enige beperking doorgaan. Het is alsof we bezig zijn om een onvervangbare en niet te recupereren schoonheid te verwisselen door een andere die we zelf geschapen hebben.” (Laudato Si' 34)
Die ‘ontheiliging’ en instrumentalisering van de natuur bleek ook handig in een periode waarin ongeremde groei de maatstaf werd voor de economie, en de mens de maatstaf van alle dingen.
“Het moderne antropocentrisme heeft paradoxaal genoeg de technische rede boven de realiteit geplaatst,” schrijft paus Franciscus, “omdat de mens de natuur niet meer aanvoelt als geldende norm en nog minder als een levende schuilplaats.” (Laudato Si' 115)
De voorbije decennia is het besef doorgebroken dat dit beeld van de mens als heerser over de aarde niet vol te houden is. We hebben onze hand overspeeld. Ons eigen overleven is bedreigd, nu we de gezondheid van de planeet en de ecosystemen met haar rijke biodiversiteit in gevaar hebben gebracht.
De kritiek op de groeidwang in de economie, op het consumptiepatroon of op het ‘technocratisch paradigma’ vinden we niet enkel terug in Laudato Si’, campagnes als ‘de 25%-revolutie’ van Broederlijk Delen of boeken als ‘Donut economie’ van Kate Raworth. Het wordt meer en meer deel van het wereldwijde debat over hoe we onze toekomst moeten redden.
Meer en meer weten we ook dat we moeten ophouden om een scheiding aan te brengen tussen onszelf en de rest van de natuur. Alles is met elkaar verbonden. Zelfs ons eigen lichaam is daar een bewijs van: minder dan de helft van de cellen in ons lichaam, zijn menselijk. De andere zijn micro-organismen. Ze vertegenwoordigen zowat anderhalve kilogram van ons lichaamsgewicht, en meestal hebben we ze ook nodig, bijvoorbeeld in ons afweersysteem, of om in onze darmen ons eten te verteren en ons te voeden. Het is een voorbeeld van de symbiose of samenwerking en van de onderlinge afhankelijkheid van levende wezens voor elkaars voortbestaan.
We zijn toe aan een dringend herstel van onze relatie met de aarde en de levende wezens. Dat maakt deel uit van de ‘ecologische bekering’ waartoe Laudato Si’ oproept: “Deze bekering houdt ook het liefdevolle bewustzijn in dat men niet gescheiden is van de andere schepselen, maar met de andere wezens van het heelal een schitterende universele gemeenschap vormt. Een gelovige kijkt niet van buiten af, maar van binnen uit naar de wereld en erkent daarbij de banden waarmee de Vader ons heeft verenigd met alle wezens.” (Laudato Si' 220)
Gezonde ecosystemen en een rijke biodiversiteit zijn belangrijk voor het menselijk (over)leven. Bossen en graslanden zijn belangrijk voor de kringloop van het water en de regulering van het klimaat. En er is ook de productie van zuurstof, de waterzuivering, de bestuiving van gewassen, de teelt van medicijnen, bouwmaterialen, textielvezels en voedsel.
Dat laatste vormt een hoofdstuk apart. Voor de klimaatbestendige duurzame voedselproductie van morgen kunnen we ons als mensheid geen verlies aan biodiversiteit veroorloven. Om ons te wapenen tegen de gevolgen van klimaatverandering, hebben we nood aan alle voedselproducerende bomen en planten die aangepast zijn aan de diverse (extremer wordende) klimatologische omstandigheden én aan de kennis van de boeren en de inheemse volkeren over deze gewassen en hun gebruik. We hebben beide in het verleden echter grondig verwaarloosd.
Historisch gezien zijn er zo’n 7000 gewassen op aarde bruikbaar voor voedsel. Echter zijn we momenteel massaal afhankelijk van een beperkt aantal gewassen, voornamelijk grassoorten zoals rijst, tarwe en maïs. 95% van ons voedsel komt van slechts dertig gewassen.
Tien gewassen bezorgen ons driekwart van onze eiwit- en energie-inname: rijst, tarwe, maïs, soja, sorghum, gierst, aardappel, zoete aardappel, bananen, suikerriet/biet.
Niet toevallig staan in deze lijst ook de voedselgewassen die sterk vertegenwoordigd zijn in de wereldhandel en door de agro-industrie als monoculturen geteeld worden op grote percelen, vaak na grootschalige ontbossing, met intensief gebruik van pesticiden. In combinatie met de klimaatverandering maakt deze situatie dat ons wereldvoedselsysteem zeer kwetsbaar is, zeker waar lokale gewassen onder druk staan en moeten wijken voor exportgewassen voor menselijke voeding en veevoeder.
Momenteel buigt het Europees Parlement zich over een nieuwe zadenwetgeving. Het is van cruciaal belang dat de Europese zadenwetgeving de genetische diversiteit ondersteunt en niet belemmert, zodat we een veerkrachtig en duurzaam voedselsysteem kunnen behouden voor de toekomst, zowel hier als in het globale zuiden. We hopen dat Europese beleidsmakers hun inzet voor een groenere en rechtvaardigere toekomst herbevestigen en ervoor zorgen dat wetgeving omtrent zaden en genetische technieken consistent is met de doelstellingen van de Green Deal en de Farm To Fork-strategie. Onze lidorganisatie Broederlijk Delen voert daarom acties om de vrije uitwisseling van zaden te garanderen.
Gelukkig zijn de landbouwmethoden die samenwerken met de natuur in plaats van die te bestrijden, aan een opmars bezig, zowel in de landen van het Zuiden als bij ons. Het bodemleven verbeteren, koolstof vastleggen, organische mest en compost gebruiken, teeltrotatie, aangepast waterbeheer, biodiverse en/of houtige perceelsranden, agro-forestry… het zijn landbouwtechnieken uit de agro-ecologie en de biologische teelt die stilaan ook hun weg vinden naar de gangbare landbouw.
Via organisaties als VELT en Tuinhier, of initiatieven als Maai mei niet, zijn ook de particuliere sier- en groentetuinen steeds meer plaatsen waar samengewerkt wordt met de natuur en waar aandacht is voor biodiversiteit.
Net zoals voor de klimaatcrisis zijn de internationale kerkelijke netwerken stevig geëngageerd in de acties om de ecosystemen en de biodiversiteit te beschermen, zowel op het terrein als in het formuleren van beleidsvoorstellen.
Daarbij is er steeds veel aandacht voor de rechten van inheemse volkeren, die traditioneel de bewoners en beheerders zijn van de gebieden met de grootste biodiversiteit, maar die tot op vandaag slachtoffer zijn van onteigening, verdrijving en vernietiging van hun woon- en leefgebieden. Denk bijvoorbeeld aan de Amazonesynode in 2020 en de exhortatie Querido Amazonia.
In de aanloop naar COP15 werden die inspanningen nog opgedreven. Dat leidde tot enkele belangrijke initiatieven.
De jammerklacht van Gods schepsels
In 2021 verscheen een document 'The wailing of God's Creatures' (De jammerklacht van Gods Schepsels) van het Laudato Si' Research Institute, voor CIDSE, CAFOD en de Laudato Si' Movement, waarin het biodiversiteitsthema en de verwachtingen naar COP15 worden verwoord.
In de samenvatting van het document staan onderstaande titels boven de negen kerngedachten:
- De crisis van het verlies van biologische diversiteit vraagt onmiddellijke aandacht van iedereen, inclusief, en misschien vooral de Rooms-Katholieke Kerk
- Biodiversiteit is essentieel om de gezondheid van de planeet en het voortbestaan van alle organismen, met inbegrip van de mens, te waarborgen.
- De biodiversiteit wordt ernstig bedreigd door menselijke activiteiten.
- Onrechtvaardige/ongelijke consumptie is een belangrijke oorzaak van de achteruitgang van de biodiversiteit.
- De inspanningen om de biodiversiteitscrisis het hoofd te bieden, zijn ontoereikend en niet uitgevoerd.
- De katholieke sociale leer biedt een uniek integraal perspectief op hoe te reageren op de biodiversiteitscrisis.
- Katholieke actoren hebben een unieke kans om een radicale ecologische bekering tot stand te brengen en systeemverandering te beïnvloeden.
- Luister naar de stemmen van inheemse volkeren en versterk ze.
- Er is dringend nood aan een opschaling van beleidswerk, om te zorgen voor ambitieuze resultaten van de komende politieke besluitvorming rond biodiversiteit en voor de noodzakelijke sterkere politieke wil voor implementatie.
De kerk in Afrika en de landen van het Congo-bassin
Ook in Afrika ondertekenden de bisschoppenconferenties een gezamenlijk statement en is er een kerkelijk netwerk (Ecclesial Network on the Congo Basin Forest (REBAC)) voor de zes landen die grondgebied hebben in het Congo-bassin, het tweede grootste regenwoud ter wereld (Kameroen, Gabon, Equatoriaal Guinea, Centraal Afrikaanse Republiek, Republiek Congo-Brazzaville, Democratische Republiek Congo)
Paus Franciscus: vier principes
In zijn boodschap voor de Wereldgebedsdag voor de Zorg voor de Schepping van 2022 riep paus Franciscus in niet mis te verstane woorden de wereldleiders op om op de biodiversiteitstop COP15 "een halt toe te roepen aan de verdere ineenstorting van de biodiversiteit, ons door God gegeven 'netwerk van het leven'".
Hij pleit ervoor om overeenstemming te bereiken over vier belangrijke principes:
- een duidelijke ethische basis leggen voor de veranderingen die nodig zijn om de biodiversiteit te redden;
- het verlies aan biodiversiteit tegengaan, natuurbehoud en samenwerking ondersteunen en op duurzame wijze in de behoeften van mensen voorzien;
- wereldwijde solidariteit bevorderen in het licht van het feit dat biodiversiteit een mondiaal gemeenschappelijk goed is dat een gedeelde inzet vereist;
- prioriteit geven aan mensen in kwetsbare situaties, met inbegrip van degenen die het meest worden getroffen door het verlies aan biodiversiteit, zoals inheemse volkeren, ouderen en jongeren.
Deze campagne past in de ruimere campagne “Met een 7-sprong naar integrale ecologie”.
Want de natuur is geen aparte sector. Natuurbescherming volstaat niet als we niet het hele groei- en consumptiemodel dat de aarde opsoupeert, omgooien. Alles is met alles verbonden. Als we verder het web van het leven vernietigen, is er ook geen toekomst meer voor de mens. En opnieuw zijn het de armsten die als eersten het gelag betalen van de stervende ecosystemen en de ineenstorting van de soortenrijkdom op aarde.
We moeten het dus opnieuw hebben over de zeven Laudato Si-doelen: over het antwoord dat we geven op de schreeuw van de aarde en de schreeuw van de arme, over een totaal andere economie die niet langer streeft naar een eindeloze groei op een eindige planeet, over een verandering van levensstijl, over ecospiritualiteit en ecologische opvoeding, en zeker over de vraag hoe we elkaar meenemen in de acties die ons op het pad leiden naar een gezonde, leefbare aarde, met overvloedig leven en toekomst voor al wat leeft, onszelf inbegrepen.
We doen dat met het beeld van de 7-sprong. Niet als een wegwijzer die 7 verschillende richtingen uitwijst. Wél zoals in het bekende kinderliedje en -dansje: met 7 kwalitatieve sprongen die samen een geheel vormen.
Voor dit alles kan je rekenen op een uitgebreid aanbod om zelf met je groep of gemeenschap aan de slag te gaan, rond de 7 Laudato Si’-doelen in liturgie, gesprek en bezinning, en ook praktisch, in de tuin, in je omgeving, in je dagelijkse keuzes en de organisatie van je werking.
7 Laudato Si'-doelen
Om duurzaam te worden in de geest van de Integrale Ecologie van Laudato Si', onderscheidt men 7 grote doelstellingen:
1. Antwoord geven op de "Schreeuw van de Aarde": streven naar koolstofneutraliteit door het gebruik van fossiele brandstoffen te verminderen en over te schakelen naar hernieuwbare energie, inspanningen doen om de biodiversiteit te beschermen en te bevorderen, de toegang tot zuiver water voor iedereen te verzekeren, enz... |
|
2. Antwoord geven op de "Schreeuw van de Armen": de verdediging van alle leven op aarde, en van het menselijk leven vanaf het begin tot de dood, met speciale aandacht voor kwetsbare groepen zoals inheemse gemeenschappen, migranten, kinderen die riskeren in slavernij terecht te komen, enz... |
|
3. Ecologische economie: duurzame productie, eerlijke handel, ethische consumptie, ethische investeringen, divestment uit fossiele brandstoffen en elke economische activiteit die schadelijk is voor de planeet en de mensen, investering in hernieuwbare energie, enz... |
|
4. Een eenvoudige levensstijl: een sober gebruik van materialen en energie, het vermijden van plastic voor eenmalig gebruik, overschakelen naar een meer plantaardig dieet en vermindering van vleesconsumptie, meer gebruik maken van het openbaar vervoer en vermijden van vervuilende transportmiddelen, enz... |
|
5. Ecologische opvoeding: het herdenken en herontwerpen van leerplannen, de hervorming van onderwijsinstellingen in de geest van integrale ecologie, het creëren van ecologisch bewustzijn en actie, het bevorderen van ecologische keuzes van jongeren, leerkrachten, opvoeders en pedagogen, enz... |
|
6. Ecospiritualiteit: het herstellen van een religieuze visie op Gods schepping, het contact met de natuurlijke wereld aanmoedigen in een geest van verwondering, lof, vreugde en dankbaarheid, het bevorderen van scheppingsgerichte liturgische vieringen, de ontwikkeling van ecologische catechese, gebed, retraites, vorming, enz... |
|
7. Nadruk op betrokkenheid van de gemeenschap en op participatieve acties voor de zorg voor de schepping op lokaal, regionaal, nationaal en internationaal vlak: bevordering van belangenbehartiging en van campagnes die mensen opzetten, vanuit de nauwe band met de streek of het grondgebied en de plaatselijke ecosystemen, enz... |