Kerkfabriek en Centraal Kerkbestuur een eigen klimaatplan?

Ook al zijn parochies en federaties meestal geen eigenaar van hun parochiekerk, maar wel de gemeente of de kerkfabriek (zie toelichting), ze ervaren het wel als het centrum van hun gemeenschap. Het is de plaats van de samenkomst, op zondag en op de belangrijke momenten van het leven. Hier is bij uitstek een plaats waar een gelovige gemeenschap wil ervaren dat woorden en daden niet met elkaar in tegenspraak zijn.  

 

Logisch dat parochiegemeenschappen er op rekenen dat hun kerkfabriek werkt vanuit dezelfde inspiratie en waarden, en dat ze die vertaalt in hun beleid. En dat ze dus actief meestapt in de richting van een 'klimaatneutrale kerkgemeenschap'. Maar wat kan dit concreet betekenen?

Ga zeker te rade in onze checklist voor lokale groepen, waar je tips vindt voor de algemene werking en het onderhoud in en rond kerken en gebouwen. Verder zijn er heel wat zaken die specifiek zijn voor de werking van een kerkfabriek of centraal kerkbestuur:

 

 

 

De kerkfabriek als beheerder en/of eigenaar van de parochiekerk

 

Langetermijnbeleid

Met de ontwikkeling van de zgn. gemeentelijke langetermijnvisie of 'parochiekerkenplannen' is er veel in beweging. Zo hebben de kerkbesturen een beleidsplan opgesteld tot 2019. Voor de kerken die verder gebruikt worden voor de eredienst, beschreven ze daarin de  parochiekerk als gebouw, met onder meer de cultuurhistorische waarde, de architecturale mogelijkheden, de bouwfysische toestand, de mogelijkheid tot compartimentering. Ze onderzochten de plaats van de kerk in de ruimtelijke omgeving: sociaal, cultureel, stads- of dorpsgezicht, landschap... Ze onderzochten het actueel gebruik en de functie van de kerk en vroegen zich af of andere actoren geïnteresseerd zijn voor nevenbestemmingen.

Bij de stapsgewijze realisatie van deze visie, kunnen de kerkbesturen mee waken over de ecologische invalshoeken: groenestroomleverancier, verwarming, verlichting, compartimentering voor nevenactiviteiten of voor eigen activiteiten in een kleinere te verwarmen ruimte, het groenbeheer rondom de kerk, de mogelijkheden voor een eigen energieproductie, enz...  Als nog moet beslist worden welke kerken we behouden en welke niet, is het interessant om te kiezen voor de energiezuinigste kerken, die het vlotst te bereiken zijn met de fiets of het openbaar vervoer. Of om een zomer- en een winterkerk te hebben.

 

Het gemeente- of stadsbestuur, een partner

In veel gevallen zal je de gemeente hier als partner hebben.
Steeds meer gemeentebesturen (op 1/10/2020 waren er dat 511 in België) onderschrijven de Europese Burgemeestersconvenant, en zeggen toe de CO2-uitstoot van de gemeente tegen 2030 met minstens 40% te verminderen. Het terugdringen van de CO2-uitstoot van de kerkgebouwen is hier een belangrijk element.

  • Onderschreef jouw gemeente de burgemeestersconvenant, en heeft ze al een actieplan ingediend? Je kan het hier vinden
  • Is de bespreking van het actieplan van de burgemeestersconvenant nog bezig? Zijn jullie hier bij betrokken? Indien niet, vraag dan om gehoord te worden. Breng zeker de mogelijkheden ter sprake van investeringen om het energieverbruik van parochiekerken terug te dringen.

Europese Green Deal

De Europese Unie lanceerde eind 2019 de Europese Green Deal, met het voornemen om tegen 2050 volledig klimaatneutraal te zijn, en om tegen 2030 de uitstoot van broeikasgassenmet 55% terug te dringen. Het beleid zal opgenomen worden in een bindende klimaatwet. Commissievoorzitter Ursula Von Der Leyen bevestigde dit voornemen in haar State of the Union op 16 september 2020.

Een belangrijke nadruk ligt op transport en gebouwen: de ETS-regels (waarbij je moet betalen voor uitstootrechten) zouden ook beginnen gelden voor wegtransport en de verwarming van gebouwen. Er is een grote renovatiegolf voor gebouwen op komst.

De nieuwe federale regering schaarde zich in haar regeerakkoord resoluut achter deze doelstellingen.

Er is dus veel in beweging. Het moet ook de kerkfabrieken en centrale kerkbesturen uitnodigen om bij hun investeringsplannen niet langer te kiezen voor systemen van het verleden, maar resoluut te gaan voor de duurzame systemen van de toekomst.

Groene stroom

De snelste en gemakkelijkste manier om de CO2-uitstoot en/of ecologische voetafdruk te verkleinen is het overschakelen naar groene stroom. De CO2-uitstoot van groene stroom is minder dan 5% van de uitstoot van grijze stroom.
Overstappen naar een leverancier van groene stroom kost moeite noch geld. In de meeste gevallen brengt deze leverancier alles zelf in orde zodat je alleen nog je handtekening onder het nieuwe contract hoeft te zetten. Bovendien is groene stroom niet noodzakelijk duurder.
Op www.greenpeace.be staat een beoordeling van de groene stroomleveranciers. Een viertal krijgt een score van 20/20.

  

 

65 parochies in het Waas- en Scheldeland

de H.Hartkerk in Zele Durmen is een van de 65 kerken met groene stroom

CO2-uitstoot verminderde met 123 ton per jaar.

De kerkfabrieken van 65 parochies uit 8 gemeenten in het Waasland schakelden samen met hun...

 

Hoewel kerkfabrieken juridisch autonoom kunnen beslissen over hun stroomleverancier, hebben ze in de praktijk vaak dezelfde leverancier als de gemeente. Als die nog niet overgestapt is naar een groenestroomleverancier, loont het de moeite om het gemeentebestuur aan te moedigen dit toch te doen. Een mooi voorbeeld zijn 7 gemeenten in het Waasland die samen een openbare aanbesteding deden voor een groenestroomleverancier. Alle kerken in die gemeenten zijn nu afnemer van groene windstroom.

Vaak stellen coöperatieven die groene stroom leveren als voorwaarde dat klanten minstens één coöperatief aandeel moeten onderschrijven. Dit vormt in de praktijk geen enkel juridisch probleem, hoewel een kerkfabriek geen risicodragend kapitaal mag inbrengen in projecten.

Daarentegen zal het in de praktijk niet mogelijk zijn om ruimer te participeren in coöperatieve vennootschappen die groene stroom produceren, zoals bijvoorbeeld een windturbine. Zoiets kan bijvoorbeeld wel gebeuren door een parochiale vzw.

 

Zelf groene stroom produceren

Heel wat kerkfabrieken wensten in het verleden groene stroom te produceren, bijvoorbeeld met zonnepanelen op het dak van de kerk. Het lijkt ook een goede optie: de meeste kerken zijn oost-west georiënteerd, en hebben dus een groot dak dat naar het zuiden gericht is. Voor beschermde kerken of kerken gelegen in een beschermd dorps- of stadsgezicht stuitten ze echter op een negatief advies van Erfgoed Vlaanderen.

Op de Vlaamse Klimaattop van 2016, beloofde toenmalig minister van erfgoed Bourgeois om nieuwe afwegingskaders te maken om te helpen bij de beoordeling van aanvragen. Die afwegingskaders kwamen er in 2018, en hieruit blijkt dat het beleid onverminderd streng blijft. Veel heeft te maken met zichtbaarheid van de panelen op het dak. Download hier het afwegingskader voor zonne-energie bij onroerend erfgoed, en ontdek of jullie kerk kans maakt. 

Voor de niet-beschermde kerken blijft het zeker een goede optie die het onderzoeken waard is. Een mooi voorbeeld is de parochiekerk van Sint-Anna-ten-Drieën in Antwerpen Linkeroever, die 45 zonnepanelen op het dak heeft en zijn eigen stroom produceert, onder meer voor de verwarming van de kerk.

NIEUW: zonnepanelen op onroerend erfgoed vanaf nu mogelijk

In oktober 2022 besliste Vlaams minister van Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele, dat Vlaanderen het plaatsen van zonnepanelen op onroerend erfgoed bijna steeds zal toestaan, behalve op UNESCO-erfgoed zoals begijnhoven, belforten of kathedralen. Dat betekent dat de afwegingskaders worden aangepast:

  • de ingreep moet omkeerbaar zijn
  • er mag geen erfgoed worden verwijderd of beschadigd
  • de impact op de beleving van het erfgoed moet beperkt blijven
  • het onderhoud van het erfgoed moet mogelijk blijven
  • er blijft een toelatings- of meldingsplicht, zodat men eigenaars advies kan geven

Het Agentschap Onroerend Erfgoed zal uitgebreid communiceren naar lokale besturen en erfgoedeigenaars over deze nieuwe werkwijze. Op hun website vind je intussen de belangrijkste zaken, evenals tips en aandachtspunten.

Voor een beschermd monument moet je steeds een toelating aanvragen. Voor een pand dat beschermd is als stads-of dorpsgezicht, heb je een meldingsplicht.

 

Het dak van de kerk ter beschikking stellen van een coöperatieve stroomproducent

  

 

Sint-Paulus en Onze-Lieve-Vrouw ter Rozen Aalst

Inhuldiging druk bijgewoond door aandeelhouders en parochianen

Parochianen investeren in zonnepanelen op Sint-Pauluskerk Aalst

Sinds kort wordt de elektriciteit voor onze Sint-Paulus en Onze-Lieve-Vrouw ter Rozenkerk grotendeels door zonnepanelen geproduceerd. Uniek...

 

Sinds 2018 wordt de elektriciteit voor de Sint-Paulus en Onze-Lieve-Vrouw ter Rozenkerk in Aalst grotendeels door zonnepanelen geproduceerd.
Ze werden geplaatst door Denderstroom cvba, een burgercoöperatie voor hernieuwbare energie. Deze coöperatieve haalt via het uitschrijven van aandelen kapitaal op bij burgers en investeren dat geld in installaties op andermans dak en dus ook op het dak van de kerk. Denderstroom cvba baat de installatie uit en onderhoudt ze. De coöperatieve is ook de stroomleverancier van de kerk, en rekent voor de stroom een vergoeding aan die lager ligt dan de prijs van de stroom die men via het net zou aankopen. Zo ontstaat er een drievoudig voordeel: voor de kerk, voor de participerende burgers waaronder een aantal van de parochianen én voor het milieu. Na 20 jaar wordt de installatie eigendom van de kerkfabriek. Ze kan dan nog jaren stroom leveren.

Het voorbeeld toont een interessante piste, maar ze is niet geschikt voor elke kerkfabriek die zonnepanelen op het dak wil.
Op de website van Denderstroom lezen we waarom: ze kunnen dit enkel aanbieden aan wie een geschikt dak heeft en ter plaatse meer dan 10.000 kWh stroom per jaar verbruikt.

Een dergelijke vereiste tot voldoende eigen verbruik zal je ook vinden bij de andere burgercoöperatieven.
De reden is eenvoudig. Overdag, als alle zonnepanelen actief zijn, is er een stroompiek in ons land, en kunnen de stroomproducenten een deel van de gewonnen stroom niet leveren aan hun klanten, maar moeten ze die tegen een bodemprijs verkopen op de elektriciteitsmarkt. Omgekeerd moeten ze 's nachts elders duurdere stroom inkopen om te leveren aan hun klanten. Om een rendabele uitbating te hebben, moeten ze dus een voldoende grote lokale verbruiker hebben. Die vinden ze bijvoorbeeld wel in de scholen die via Klimaatscholen2050 hun dak ter beschikking stellen van een burgercoöperatieve.

Een kerkgebouw dat enkel stroom verbruikt voor verlichting, en meestal enkel tijdens de liturgische vieringen in het weekend, zal dit grote eigen verbruik niet hebben.

Als het eigen stroomverbruik echter ook moet dienen voor de verwarming van het kerkgebouw (zie hieronder), is het een ander verhaal.

In elk geval loont het de moeite om de burgercoöperatieve in je buurt te contacteren en samen met hen te bekijken wat mogelijk is. Je vindt ze op de website van REScoop Vlaanderen.

 

Energiedelen of deelnemen aan een Energiegemeenschap?

Een aantal kerkfabrieken wensten in het verleden hun opgewekte stroom te delen met de buurtbewoners. Ze wilden daarmee ingaan op het plan voor 'zonnedelen' dat door toenmalig minister Tommelein gelanceerd werd. Er was toen echter geen regelgevend kader, en het bleef lang stil rond het dossier.

Met de introductie van energiedelen en energiegemeenschappen, is er sinds 1 januari 2023 een belangrijke nieuwe mogelijkheid voor eigenaars van vastgoed. 

Het laat toe om de overtollige stroom van je zonnepanelen:

  • te delen met de verschillende gebouwen die je zelf in eigendom hebt. Zo kan je de geproduceerde energie zelf maximaal benutten.

  • te schenken of te verkopen aan één andere verbruiker, bijvoorbeeld de school die naast de kerk gelegen is. Je kan dan een prijs vragen die hoger is dan de terugleveringsvergoeding die je zou krijgen, maar lager dan de energiecomponent die de afnemer zou moeten betalen aan zijn stroomleverancier. Zo is het een win-win voor beide partijen.

  • te delen met verschillende producenten en verbruikers die samen een 'EnergieGemeenschap van Burgers' (EGB) oprichten.
    Die EGB is een rechtspersoon (bijvoorbeeld een vzw) waarin de verbruikers zich verenigen, en samen een protocol afspreken.
    Ze kunnen ook samen investeren in bijvoorbeeld een wijkbatterij, laadpalen, enz...
    Ze kunnen de stroom kosteloos delen (volgens een verdeelssleutel die in het protocol staat), maar mogen die niet verkopen. Ze zijn immers geen stroomleverancier.

  • te delen met verschillende verbruikers die samen een 'Hernieuwbare energiegemeenschap' (HEG) oprichten.
    Het verschil met een EGB is, dat in dit geval de HEG zelf de eigenaar is van de installaties.


Het is hierbij belangrijk:

  • dat die verbruikers de stroom nodig hebben op het moment dat er geproduceerd wordt. Anders wordt de stroom gewoon geïnjecteerd op het net, en krijg je van je stroomleverancier de terugleveringsvergoeding

  • te weten dat voor de ontvangers, enkel de energiecomponent van hun stroomfactuur wegvalt voor de hoeveelheid stroom die ze via het systeem ontvangen. De andere componenten (netvergoeding, heffingen en kosten) moeten ze nog steeds betalen.

Voor alle actuele informatie hierover, kan je best te rade gaan bij:

 

 

De verwarming van het kerkgebouw

  

 

Kerkfabriek Kalmthout Centrum

Kerk Kalmthout Centrum

Kerk Kalmthout Centrum reduceert energieverbruik.


De parochie Kalmthout Centrum behoort tot de pastorale eenheid O-L-Vrouw Essen-Kalmthout.
Naast de kerk vinden we de oorspronkelijke oude...

 

De manier van verwarmen heeft een grote impact op de CO2-uitstoot en dus op de ecologische voetafdruk. De belangrijkste factoren zijn de verwarmingsbron en de isolatie.

Soms kan al een belangrijke besparing gebeuren door de ruimte te compartimenteren, te zorgen voor gerichte verwarming (zoals in de kerk van Kalmthout Centrum) en isolerende maatregelen te nemen.

Voor dergelijke ingrepen, is er ook weer een groot verschil tussen gebouwen en kerken niet beschermd zijn en die welke als erfgoed beschermd zijn of gelegen zijn in een beschermd dorps- of stadsgezicht.

Voor die laatste werden op vraag van minister Bourgeois in 2017 en 2018 nieuwe afwegingskaders gemaakt, in opvolging van de Vlaamse Klimaattop.

Download hier het afwegingskader "Historisch schrijnwerk"
Download hier het afwegingskader "dakisolatie bij beschermd erfgoed"

 

Soms heb je kans om te investeren in een grondige vernieuwing van je verwarmingssysteem. 

  • Dit is zeker het moment om niet te kiezen voor een systeem van het verleden, maar om resoluut te opteren voor een systeem van de toekomst.
    Fossiele brandstoffen, ook gas, moeten op termijn verdwijnen, en het valt te verwachten dat ze via taxatie ook steeds duurder zullen worden. Het is belangrijk om deze verwachte evoluties mee te nemen in de berekeningen, en niet uit te gaan van de huidige kostprijsberekeningen van een verwarmingsbron.

  • Een nieuwe en veelbelovende sector, is die van de warmtenetten.
    Daarbij wordt de restwarmte van bvb een fabriek of verbrandingsoven opgevangen, en verdeeld aan afnemers in de buurt. In de toekomst kan ook de warmte die gewonnen wordt via diepe geothermie via warmtenetten verdeeld worden.
    Als je kerk in de buurt van zo’n project ligt, loont het de moeite om na te gaan of je afnemer kan worden. Meer info op de website van ODE (Organisatie Duurzame Energie): www.ode.be.

  • Wie zonnepanelen kan installeren, is goed af met vloerverwarming via vloermatten. Je gebruikt dan een zelf geproduceerde warmte, op de momenten dat het nodig is. Op andere momenten produceer je stroom voor het net. Een voorbeeld vinden we in OLV Ter Sneeuw in Borgerhout.

  • In Brugge investeerde de H.Magdalenakerk in de installatie van Lange Golf Infrarood, een systeem waarbij stralingswarmte ontstaat die, net als de zon, mensen en objecten verwarmt, en niet de lucht. Immers, warme lucht stijgt en systemen die warme lucht produceren, verwarmen dus eigenlijk het dak van de kerk en niet de mensen.
    Zeker voor wie zelf stroom kan produceren, is hier een prima alternatief voor fossiele brandstoffen.

 

  

 

Boskapel Imde

De barokke boskapel in Imde

Groene warmte via warmtepomp.

In Imde, op een uithoek van de federaties Wolvertem - Meise, binnenkort pastorale zone Kiemkracht Meise, staat er een mooie...

 
  • Ook warmtepompen en ondiepe geothermie kan een goede optie zijn voor de verwarming van grote ruimten via vloerverwarming, radiatoren of luchtverwarming.
    Het VITO (Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek) begeleidde de verantwoordelijken van de Boskapel in Wolvertem-Meise.

  • Daarnaast is gas voorlopig de meest verantwoorde verwarmingsbron, waarbij natuurlijk een condensatieketel aangewezen is.

  • Wie een grote en constante stroombehoefte heeft, kan daarbij ook kiezen voor warmtekrachtkoppeling. Een voorbeeld daarvan, is de basiliek van Koekelberg, die via dit systeem de jaarlijkse CO2-uitstoot verminderde met 42 ton.

  • Het idee bestaat om de bestaande infrastructuur van gasleidingen in de toekomst te gebruiken voor de verdeling van groene waterstof, als vervanger van aardgas. Deze piste is echter nog niet voor morgen.

Als kerkraad heb je misschien niet meteen de middelen en de mogelijkheden om snel dure investeringen te doen. Daarom een reeks acties die je in elk gebouw kan uitproberen.

  • In een aantal kerken is een verplichte klimaatregeling opgelegd, bvb om het orgel, het hout of de wandtegels te beschermen tegen al te grote temperatuurschokken.

  • Voor kerken waar niet zo'n verplichte regeling aanwezig is, kunnen toch een aantal vuistregels gehanteerd worden. Stel de ruimtetemperatuur van de kerk in op 16-18°C als deze gebruikt wordt, afhankelijk van het soort verwarming. Bij vloerverwarming kan deze bijvoorbeeld enkele graden lager worden ingesteld dan bij luchtverwarming. Als de kerkgangers goed geïnformeerd zijn, zullen ze minder klagen over de lagere temperatuur.

  • Stel de ruimtetemperatuur van de kerk buiten gebruik in op 8°. Indien het systeem het toelaat kunt u de verwarming ook uitzetten. Het is dan wel raadzaam om de installatie te beveiligen tegen bevriezing.

  • Voor kerken die tijdens vorstperiodes niet verwarmd worden is het aan te raden om een systeem met luchtverwarming of stralingverwarming uit te voeren. Bij deze installatie kunnen immers geen bevriezingsproblemen optreden.

  • Is de kerk buiten het gebruik op zondag afgekoeld naar 8 à 10°C, dan mag men deze niet te snel opwarmen. Aanbevolen wordt slechts één à anderhalve graad temperatuurverhoging per uur toe te staan. Om een ruimtetemperatuur van 18°C te bereiken, dient men dus 8 à 9 uur voordien te starten met opwarmen. Als de ruimtetemperatuur in de kerkzaal is afgekoeld tot O°C moet men dus ca. 16u rekenen voor het opwarmen. Dit is met name voor het orgel gunstig en voorkomt uitdroging van het houtwerk door een te snelle opwarming (Van Heel).

  • Verklein het warmteverlies door zo min mogelijk kerkdeuren te gebruiken.

  • De verwarming kan je zeker al afzetten een half uurtje voor je afsluit, de warmte blijft nog wel even hangen.

  • Zorg voor een goede planning van het gebruik van de ruimte (maak eventueel langetermijnafspraken met gebruikers: het koor, het orkest, de organist …). Voorkom dat voor één repetitie, vergadering, … een heel kerkgebouw verwarmd moet worden. Laat deze planning door één persoon uitvoeren en laat de beheerders van verschillende (regio)kerken nauw samenwerken om tot een effectief gebruik van de verschillende ruimten te komen.

  • Overweeg om in de winter bepaalde vieringen, repetities, … in een ander lokaal of winterkapel te laten doorgaan.

  • Let op dat je de verwarming steeds dichtdraait in de lokalen wanneer ze niet gebruikt worden.



Opvang en gebruik van regenwater van het kerkdak

  

 

Gents Milieufront: project Wij(k)water

stadstuinbouw aan Machariuskerk Gent

Wij(k)water: Meer doen met het hemelwater dat op kerkdaken valt.

Gents MilieuFront sloeg de handen in elkaar met Ecokerk, Stad Gent, Farys, Join for...

 

Regenwater van kerkdaken komt nu nog heel vaak in de riool terecht. De plotse toestroom van grote volumes water kan daar voor problemen zorgen. Overstromingen, verdunning van afvalwater op plaatsen waar er nog geen gescheiden riolering ligt - het zijn problemen die er met de klimaatverandering niet minder op worden. En dat terwijl we dit water nog perfect kunnen inzetten voor toepassingen waarvoor we anders kostbaar leidingwater zouden gebruiken.

Gents MilieuFront sloeg de handen in elkaar met Ecokerk, Stad Gent, Farys, Join for Water en Aquaflanders. Met geld uit het Fonds Duurzaam Materialen- en Energiebeheer van de Koning Boudewijnstichting onderzochten ze hoe we het hemelwater dat op kerkdaken valt kunnen opvangen, hergebruiken en laten infiltreren in de bodem. Het project kreeg de naam Wij(k)water. Vind alles erover in de handige samenvattende brochure.

Op de pagina's van #ik7mee, vind je een verslag van de presentatie van de resultaten, en een voorbeeld van gebruik van regenwater van de kerk op de begraafplaats van Gentbrugge.

 

Eigen groen verdient een bloemetje

Het is een goede gewoonte om in de kerk bloemen en takken te gebruiken. Meestal worden bloemen gekocht maar het kan ook anders:

  • is er grond bij de kerk of pastorie? Plant daarin struiken, vaste planten en bollen die geschikt zijn voor het bloemschikken in de kerk.
  • Hou bij de keuze van struiken rekening met streekeigen, inheemse soorten.
  • Maak er een miniparadijs van voor vogels, vlinders, hommels en bijeen door ook soorten te planten die aantrekkelijk zijn voor deze dieren.
  • Voer snoeihout niet af, maar maak ergens een takkenberg of takkenwal. Vogels vinden hier bescherming en sommige soorten vinden er een nestgelegenheid (bijv. het winterkoninkje). Met water in de tuin doet u veel dieren een plezier. Dat hoeft geen vijver te zijn, maar kan ook een schaal met water zijn.
  • Je eigen kerktuin kan ook een goede plek zijn voor het ontvangen van mensen of voor activiteiten van bvb. catechese of voor het aanbieden van zinvol vrijwilligerswerk aan mensen in de parochie.
  • Als de kerk midden in een stad staat, kan je wellicht bakken en grote potten plaatsen en bijvoorbeeld eenjarige snijbloemen zaaien.
  • Mooie voorbeelden van kerktuinen vind je op de website: www.kerktuinen.nl

Wist je dat er traditiegetrouw in de adventstijd en de veertigdagentijd geen bloemen in de kerk gebruikt worden? Het zijn perioden van inkeer en bezinning: ook buiten is alles nog ‘ingekeerd’ in rust! In de advent kan je met groene takken werken. In de veertigdagentijd kan composities maken met bijvoorbeeld jute, zand en snoeihout. Voor ideeën: zie de werken van Tini Brugge op www.liturgischbloemschikken.nl.

Als je bloemen koopt, kies dan voor soorten die bij het seizoen passen (geen chrysanten in mei en geen tulpen in december), en liefst van lokale teelt (niet ingevoerd per vliegtuig). Als het bloemen van buiten, van de ‘koude grond’ zijn, dan is er ook geen extra energie voor de serre nodig geweest.



De kerkfabriek als eigenaar van woningen

  

 

Kerkfabriek Sint-Pieter Esen

 

Heel wat kerkfabrieken hebben niet alleen woningen in eigendom, vaak verhuren ze die bij voorkeur ook aan kwetsbare doelgroepen. Een recent voorbeeld hiervan, is de kerkfabriek van Esen, die vijf nieuwbouwappartementen bouwt op de plaats waar het vroegere parochiehuis stond

  • Interessant voor hen zijn de huur- en isolatiepriemies van de Vlaamse overheid voor huurwoningen bewoond door prioritaire groepen  interessant. Dit zijn extra hoge premies voor dakisolatieprojecten, beglazingsprojecten en spouwmuurisolatieprojecten. Bovendien begeleidt een projectpromotor de huurder en de verhuurder bij de voorbereiding en de uitvoering van de werken.
  • Een van die projectpromotors is Energiesnoeiers. Ze begeleiden het hele traject: ze doen een energiescan, ze informeren eigenaar en huurder, gaan de technische haalbaarheid en mogelijkheden na, zoeken een aannemer, vragen de premie aan, enz. 
  • Sinds 2021 is voor alle nieuwbouwwoningen in heel de EU het bouwen volgens de principes van "Bijna Energieneutraal" (BEN) de norm. BEN-woningen verbruiken weinig energie voor verwarming, ventilatie, koeling en warm water. En de ernergie die nog nodig is, produceert men grotendeels zelf. De extra investeringen in energiebesparende maatregelen en groene energie betalen zichzelf terug door een lage energiefactuur.

duurzaamvastgoed2 

Voor alle verdere info hierover, verwijzen we naar onze pagina's 'Duurzaam kerkelijk vastgoed'



De kerkfabriek als eigenaar van landbouwgrond

Landbouwgronden zijn meestal verpacht aan actieve boeren. Volgens de pachtwet is dat voor periodes van 9-18-27 jaar.

Soms komt een stuk landbouwgrond weer vrij, en moet de kerkraad bepalen aan wie het opnieuw verpacht zal worden. Ook hier is het goed om bewust te kiezen voor een aantal duurzaamheidsdoelstellingen: innovatieve boeren die hun CO2-uitstoot terugdringen, producenten die lokaal voedsel willen telen, voor de korte keten, voor biologische landbouw, een zelfoogstboerderij of voor Community Supported Agriculture (CSA). Zelf kunnen boeren ook beroep doen op recente initiatieven die hun rol als voedselproducent versterken in deze tijd van transitie en groeiende aandacht voor duurzaamheid:

  • De coöperatie van De Landgenoten werd eind april 2014 opgericht door een netwerk van middenveldorganisaties: BioForum Vlaanderen, Bond Beter Leefmilieu, CSA Netwerk, De Kollebloem, De Wassende Maan, FIAN Belgium, Hefboom, Land-in-zicht, Landwijzer, Natuurpunt, Oxfam Solidariteit, Terre de Liens, Terre-en-vue, Velt, Voedselteams, Wervel en Widar.
    De Landgenoten zoekt landbouwgrond voor bioboeren, vaak startende bedrijven. Als grondeigenaar kan je de grond aan hen verkopen, of de grond met hun bemiddeling verpachten aan een boer. Lees meer.
  • Het CSA-netwerk vzw is een netwerk van bedrijven die werken volgens het principe van de Community Supported Agriculture.
  • Voedsel Anders is een beweging van organisaties die streven naar een overgang naar agro-ecologie. Agro-ecologie betekent dat we voedsel produceren op een manier die echt duurzaam is. Lokaal, met de natuur en de kringloop mee. Met respect voor de rechten, de kennis en de noden van de mensen die het produceren.
  • Het Innovatiesteunpunt van de Boerenbond staat boeren bij met gepast advies om hun bedrijf om te schakelen naar bio, naar vermindering van uitstoot, naar zelf energie produceren, enz...
  • Het Steunpunt Korte Keten biedt begeleiding en ondersteuning voor producenten die willen starten met thuisverkoop en verkoop via korte keten.
  • Korte keten is een manier van verkopen waarbij er een rechtstreekse band is tussen producent en consument. Op die manier kan de landbouwer zijn prijs, de productiemethode en het aanbod zelf bepalen. Met zo'n transparant systeem is hij niet enkel een ambassadeur voor zijn product maar voor de hele korte keten. Als consument krijg je in ruil superverse en kwaliteitsvolle producten recht van bij de boer. Zonder veel voedselkilometers of verpakkingsafval. En bovendien ondersteun je de lokale economie. In de korte keten vind je verschillende soorten verkooppunten: hoevewinkels, boerenmarkten, automaten, zelfpluktuinen, groenteabonnementen en voedselteams. Je vindt hen op de website Recht van bij de Boer

     

Checklist lokale groepen 

Ook in onze checklist 'Elke groep een klimaatplan' vinden Kerkraden en Centrale Kerkbesturen nog een reeks handige tips voor de dagelijkse werking in en rond het patrimoium dat ze beheren en de aankopen die ze doen.  



Parochiekerken, Kerkfabrieken, Centrale Kerkbesturen: een snelle kennismaking

 

Wie is eigenaar van de kerk?

Momenteel is bijna de helft van de parochiekerken volle eigendom van een kerkfabriek.

Veel oude parochiekerken zijn eigendom van de stad of de gemeente.
Dat komt omdat tijdens de Franse revolutie in 1795 de goederen van de kerk genationaliseerd werden en gedeeltelijk verkocht.

Op 15 juli 1801 werd er tussen Napoleon Bonaparte en paus Pius VII een concordaat afgesloten, dat bepaalde dat de niet verkochte kerken ter beschikking gesteld werden van de kerkelijke overheid. Gemeenten bleven eigenaar, maar de kerkgemeenschap kreeg het vruchtgebruik. Deze situatie is tot vandaag geldig voor veel kerken die dateren van voor 1810. Kathedralen zijn eigendom van de provincies.

Voor de kerken van na 1810 is de situatie verschillend. Soms is de gemeente eigenaar. Soms de kerkfabriek. Soms beiden. Soms een privé-instantie zoals een klooster, een abdij of een vzw. 

Enkele handige grafieken hierover staan in een artikel dat Erik De Smet schreef in Kerk en Leven.
Je kan ook de hele Atlas van het religieus erfgoed in Vlaanderen lezen op de website van het CRKC.

 

De Kerkfabriek

Wie de eigenaar ook is, een parochiekerk wordt altijd beheerd door een kerkfabriek.
Kerken die ontwijd worden en onttrokken aan de eredienst of verkocht voor andere doeleinden, worden natuurlijk niet langer beheerd door de kerkfabriek, maar door de (nieuwe) eigenaar.

Een kerkfabriek (van het Latijnse woord fabrica, 'constructie ten behoeve van het algemeen belang') is een openbare instelling met rechtspersoonlijkheid. De kerkfabriek zorgt voor het onderhoud van het kerkgebouw, beheert de goederen en kapitalen bestemd voor de eredienst en draagt bij tot de waardigheid van de eredienst.
De kerkfabriek bestaat uit een kerkraad en een bureau. Om de 3 jaar wordt de helft van de kerkraad verkozen. De pastoor maakt van rechtswege deel uit van de kerkraad.
De gemeente moet bijdragen in de kosten bij onvoldoende inkomsten, een woning ter beschikking stellen van de pastoor of hem een woonstvergoeding betalen.

 

Het Centraal Kerkbestuur

In gemeenten waar meer dan 1 kerkfabriek actief is, is er ook een coördinerend orgaan: het centraal kerkbestuur. In steden met talrijke parochies, kunnen ook meerdere centrale kerkbesturen bestaan.
Centrale kerkbesturen overleggen met de kerkfabrieken over meerjarenplannen, budgetten en rekeningen, geven hen technische en administratieve steun, en treden op bij het overleg met het gemeentebestuur.

 

Niet enkel kerken

Al naargelang de lokale situatie, kan een kerkfabriek ook eigenaar zijn van een aantal onroerende goederen: de pastorie, (landbouw)gronden, huizen...
Sommige van die goederen leveren ook inkomsten op: pachtgelden, huurinkomsten...

 

Inkomsten en uitgaven

Zo'n 20% van de kerkfabrieken zijn zelfbedruipend. Toch worden ze geconfronteerd met stijgende lasten en dalende eigen inkomsten.
Zoals gezegd, zijn gemeenten verplicht om eventuele tekorten bij te passen.

De cijfers van 2009 geven een beeld van wat de gemeenten bijdragen:
- exploitatietekort: € 41 miljoen op een totaal van € 69 miljoen
- investeringstekort: € 16 miljoen
- rechtstreekse investeringen in kerkgebouwen: € 18 miljoen.

Hoewel kerkfabrieken een eigen beleid kunnen voeren, zijn ze in de praktijk genoodzaakt om dit te doen in overleg met het gemeentebestuur dat eventuele tekorten beheersbaar wil houden en noodzakelijke investeringen wil plannen en spreiden in de tijd.

 

Waardevol patrimonium

Samen vormen de kerken, kapellen en abdijen, met inbegrip van hun soms uniek kunstpatrimonium, het grootste museum van het land. Het Centrum voor Religieuze Kunst en Cultuur vzw (CRKC) is het expertisecentrum voor religieus erfgoed in Vlaanderen en Brussel. Het zet zich sinds 1997 in voor het behoud, beheer en valorisatie van het religieus erfgoed in Vlaanderen. In 2020 veranderde het centrum van naam. Het is nu Parcum, te vinden op www.parcum.be. Beide websites zijn echter nog online.

Ongeveer een derde van de kerken zijn bovendien beschermde monumenten. En nog meer kerken maken deel uit van een geschermd stads- of dorpsgezicht of landschap. Of ze staan opgelijst bij de 'gebouwen met erfgoedwaarde'. Zij zijn onderworpen aan het Onroerend Erfgoeddecreet en de uitvoeringsbesluiten die de premies regelen voor restaurantie en onderhoud.

Ook voor niet beschermde kerkgebouwen is er een decreet. Het regelt subsidies voor renovatie, en ook studies voor her- en nevenbestemming, en investeringen voor nevenbestemming (niet voor herbestemming). Voorwaarde voor deze subsidies is een gemeentelijke beleidsvisie op parochiekerken of een parochiekerkenplan.

 

Lange termijnvisie

De lange termijnvisie per gemeente is dus decretaal geregeld, en moet diverse elementen bevatten:
– parochiekerken als gebouw, met onder meer de cultuurhistorische waarde, de architecturale mogelijkheden, de bouwfysische toestand, de mogelijkheid tot compartimentering, …
– parochiekerken in hun ruimtelijke omgeving: sociaal, cultureel, stads- of dorpsgezicht, landschap
– actueel gebruik en functie van de parochiekerken
– mogelijke interesse van andere actoren voor nevenbestemmingen (tentoonstellingen, culturele activiteiten, toerisme...)

 


Ecokerk logo 144px

Jouw 7-sprong: tips per thema

klimaatnetwerk logo duurzaamvastgoed

 

Duurzaam vastgoed

klimaatnetwerk logo energie

 

Energie

klimaatnetwerk logo voedsel

 

Voedsel

klimaatnetwerk logo aankopen

 

Aankopen

klimaatnetwerk logo landbouw

 

Biodiversiteit

klimaatnetwerk logo water

 

Water

klimaatnetwerk logo isoleer

 

Energiebesparing

klimaatnetwerk logo vervoer

 

Mobiliteit

klimaatnetwerk logo fiets

 

Dichtbij

klimaatnetwerk logo hergebruik

 

Kringlopen

 klimaatnetwerk logo desinvesteren

 

Divest/invest

 

 

BroederlijkDelen logoNEW FullColorWeb 160px logocaritas 110px Caritas int be cmyk 110px Afbeelding7 orbit2 paxchristi present logo 110 180228 LogoWZS 120px wzz logo vzw 200px