Waarom behoort de zorg voor kwetsbare mensen tot het wezen van de kerk? Waarom doen christenen wat ze doen en engageren ze zich voor hun medemensen? Bondig gezegd: omdat God het hen heeft voorgedaan. Christenen handelen naar Gods beeld en gelijkenis en in navolging van Christus. Het antwoord op die waaromvragen ligt in het typische godsbeeld van de christenen.
Met Emmanuel Van Lierde definiëren we de begrippen naastenliefde, liefdadigheid, diaconie en caritas. Daarna vernemen we van Moishe Mund, inspecteur-adviseur Israëlitische godsdienst, hoe joden deze begrippen invullen. 

 

INZICHT
God heeft geen andere handen dan de onze

Zoals God ons heeft liefgehad en niet onverschillig bleef ten opzichte van de ellende van Zijn volk, zo ook willen gelovigen hun medemensen lief hebben en nabij zijn.Lantaarnontsteker 600 (© NRV-SP)
Wie de Bijbel leest, ontdekt daarin dat God wil dat ieder mens voluit leeft en gelukkig wordt. Waar dat niet het geval is, daalt Hij uit de hemel neer om bevrijding te brengen. God heeft evenwel geen andere handen dan de onze om die bevrijding te realiseren. Telkens weer roept Hij mensen om in Zijn naam die bevrijding te brengen. Hij verzamelt mensen tot Zijn volk en zendt hen de wereld in om zijn liefde en licht uit te dragen. Dat verhaal verloopt met vallen en opstaan, soms wordt het volk God ontrouw en keert het zich van God af, maar God blijft trouw. Telkens weer trekt Hij zich het lot van mensen aan. 

Christenen hanteren geregeld woorden als naastenliefde, liefdadigheid, diaconie en caritas. Wat bedoelen ze daar eigenlijk mee? Soms zijn het bijna synoniemen, maar het is altijd zinvol duidelijk te maken wat we met specifieke termen bedoelen. Daarom deze definities. Het kan helpen om vervolgens na te gaan hoe de kijk van christenen verschilt van die van joden inzake barmhartigheid en naastenliefde.

Naastenliefde: de gevende en onbaatzuchtige liefde waartoe het evangelie oproept. Jezus Christus heeft die vorm van liefde niet uitgevonden, maar ze wel geradicaliseerd en opengebroken, tot in de vijandsliefde toe. De christelijke naastenliefde is daardoor mateloos, universeel en onvoorwaardelijk.

Liefdadigheid: alle werken van barmhartigheid die individuen en groepen beoefenen ten bate van de medemens, maar die acties pakken geen structureel onrecht aan. Het beperkt zich tot het individuele niveau om mensen in nood bij te staan en te helpen (naar het model van de barmhartige Samaritaan). Het gaat om vrijblijvende, zelfgekozen en individuele opties. Liefdadigheid stelt dat we ‘mogen’ helpen, maar niet ‘moeten’.

Diaconie: alle dienst die de gemeenschap van christenen verricht tegen bate van kwetsbare mensen. Diaconie is het handelen dat door christenen gebeurt en dat gericht is op het voorkomen, het opheffen, het verminderen, dan wel het mee uithouden van het lijden en van de sociaal-maatschappelijke nood van individuen en groepen mensen en op het scheppen van rechtvaardige verhoudingen. Diaconie is het oefenen in gerechtigheid, dat is hier en nu tegen beter weten in, menselijkheid vormgeven, dat is het visioen van het Rijk God, die andere, meer rechtvaardige wereld, reeds in uitvoering brengen.

Diaconie gaat verder dan pure liefdadigheid en omvat het bewerken van sociale rechtvaardigheid en vrede en heeft ook oog voor de zorg voor de schepping.

Die politiek-maatschappelijke dimensies behoren eveneens wezenlijk tot de diaconie en mogen niet veronachtzaamd worden. Specifiek voor de diaconie tegenover andere, seculiere initiatieven van liefdadigheid en sociale inzet is de unieke combinatie van spiritualiteit en maatschappelijke inzet. De impliciete of expliciete band met het christelijke geloof maakt van het dienstwerk dat christenen verrichten, diaconie. Tegelijk kunnen niet-christenen zich mee engageren in de diaconie en daardoor het geloof op het spoor komen door de ontmoeting met de mens in nood of door het getuigenis van christenen. Tot slot bewijst de diaconie dat de kerk en de gelovigen niet alleen met zichzelf bezig zijn, maar dat zij begaan zijn met de wereld. In de diaconie maken de kerk en de gelovigen de beweging naar de wereld. Het christelijke geloof heeft met de wereld te maken en wil die menswaardiger en rechtvaardiger maken. 3 7 barmhartigeSamaritaan beeld 600 (© Pixabay)

Caritas: dit is enerzijds het Latijnse woord voor de christelijke naastenliefde en de barmhartigheid die zich richt tot noodlijdenden, maar is anderzijds een koepelbegrip voor de zogenaamde caritatieve werken vanuit de kerk – de georganiseerde kerkelijke liefdadigheid, traditioneel vooral de armen- en de ziekenzorg en het aanbod van noodhulp na rampen en tragedies.

De caritatieve actie wil vooral tegemoet komen aan de onmiddellijke noden van mensen.

Er is mogelijk in deze optiek minder aandacht voor de rechtvaardigheid die via structuren het welzijn van mensen wil realiseren en bevorderen. Sommige organisaties zijn er zich wel van bewust dat ze ook moeten ijveren voor rechtvaardigheid, onder meer via politiek lobbywerk.

 

GETUIGENIS
Naastenliefde volgens Moishe (Moses) Mund, inspecteur-adviseur Israëlitische godsdienst

“Het christelijke godsbeeld is volgens mij meer gebaseerd op het Nieuwe Testament dan op het Oude. Het is meer gekleurd door Jezus. Het joodse godsbeeld is wellicht minder genuanceerd. Als je kijkt naar het Oude Testament, dan getuigt dat niet alleen over een liefdevolle God. Dat beeld komt zeker naar voren, maar er zijn er andere. Neem het Sjema Jisrael, het centrale ochtend- en avondgebed in het jodendom uit Deuteronomium 6, 4-9. Daar staat: ‘Hoor Israël, de Ene is onze God, de Ene alleen!’ Het klinkt als God is onze God, maar daar staan twee verschillende woorden voor God, enerzijds Adonai (Jahwe) en anderzijds Elohim. Dat eerste duidt de Barmhartige aan, dat tweede de Almachtige. Dat zijn bijna tegenovergestelden en toch zijn die karakteristieken één in God. Hoe kun je die almacht en rechtvaardigheid verzoenen met de barmhartigheid? Hoe kan het dezelfde God zijn die nu eens barmhartig is en dan weer straft? In het Nieuwe Testament ligt de klemtoon toch sterker op de barmhartigheid. 7 Moishe Mund 600 (© evl)

 

Twee botsende waarden

Er is het bekende verhaal over de gastvrijheid waarbij engelen op bezoek komen bij Abraham en aankondigen dat hij een kind zal krijgen en de vader zal worden van een groot volk (Genesis 18). In vers 19 wordt aangegeven dat God van Abraham houdt omdat Hij weet dat Abraham erover zal waken dat zijn nageslacht God zal volgen, dat ze de weg van de Ene zullen bewandelen door twee waarden aan te hangen: de weldadigheid en de gerechtigheid. Opnieuw zie je dezelfde spanning opduiken.

Als je rechtvaardig moet zijn, kun je niet altijd weldadig zijn en omgekeerd, als je barmhartig bent, handel je niet meteen rechtvaardig.

De uitdaging is die twee waarden in je leven te hanteren, maar hoe weet je wanneer je het ene moet doen of het andere? In rechtszaken streef je naar gerechtigheid, maar tegelijk zoek je naar kansen om de straffen weldadig uit te voeren of wil je tot een compromis komen opdat niemand zich misnoegd voelt en na de strafuitvoering het vredevol samenleven hernomen kan worden. Een straf is niet op wraak gericht, maar op herstel. De Talmoed zegt bijvoorbeeld van koning David dat hij zeer rechtvaardig was in zijn rechtspraak, maar dat hij nadien de schuldigen toch bijstond.

 

Gods wil doen

Net als in het christendom kent het jodendom een band tussen de relatie met God en de naastenliefde, die zich niet kan beperken tot je geloofsgenoten. Je kunt het goede om het goede doen en dat is prima. Maar als je het goede doet vanuit een goddelijke intentie, om te voldoen aan Gods Woord, dan maakt dat je daad nog verhevener. Als je de ander helpt omdat je beseft dat hij of zij ook een kind van God is en dat het Gods wil is dat die geholpen wordt, dan is jouw naastenliefde ook een teken van je liefde voor God. Toch duikt hier wederom een moeilijkheid op: wat als God om een of andere reden die naastenliefde niet zou willen? Je moet immers voorrang geven aan Gods Woord en zoeken Zijn wil te doen. Zo is er in 1 Samuël 15 het verhaal dat koning Saul het leven van de heidense koning Agag spaart, maar hij wordt daarvoor door God gestraft. De profeet Samuël legt hem uit dat hij niet barmhartig moet zijn als God dat niet wil.

Als je barmhartig bent, waar je eigenlijk rechtvaardig moet zijn, dan ontsporen de zaken. En omgekeerd, soms moet je de rechtvaardigheid niet nastreven als barmhartigheid gepast is.

Je moet niet je eigen neigingen volgen. Je moet niet denken dat je het beter weet dan God. Soms moet je dus de barmhartigheid opzijzetten omdat je rechtvaardig moet zijn. In de opvoeding moeten ouders soms streng zijn tegenover hun kinderen. Soms moet je je kind straffen, al wil je het eigenlijk alleen liefde geven. We doen dat niet graag, maar we weten dat straffen soms nodig is. Dat wordt een moeilijker verhaal als het zich tussen medemensen afspeelt. Punt is evenwel dat de rechtvaardigheid en de barmhartigheid soms slecht kunnen uitdraaien.7 DavidGoliath 600 (© pixabay) 

 

Talrijke hulporganisaties

In het strafrecht houdt het jodendom geen rekening met verzachtende omstandigheden. Dat laat de joodse wetgeving aan God over. Ik denk dat het Nieuwe Testament getuigt van meer mildheid en niet zomaar de ander gaat veroordelen. In het orthodoxe jodendom kan er maar volkomen gerechtigheid ontstaan vanuit de uitspraken van het sanhedrin, het hooggerechtshof dat in de tempel was gevestigd. Zonder tempel kun je dus eigenlijk geen rechtszaken behandelen zoals de Bijbel dat wenst. Voor het orthodoxe jodendom is het daardoor nu niet echt mogelijk tot gerechtigheid te komen, terwijl de naastenliefde perfect kan voortbestaan zonder tempel.

De opdracht om barmhartig te zijn zoals God barmhartig is, blijft bestaan. Daardoor is het huidige jodendom toch sterker gericht op de naastenliefde en de barmhartigheid.

Daartoe zijn er talrijke organisaties opgericht. Omdat de naastenliefde je naasten beoogt, gaat ze in eerste instantie uit naar de eigen gemeenschap, al kan ze zich ook uitstrekken naar buitenstaanders. Je helpt mensen die op jou een beroep doen en het is toch logisch dat joden aankloppen bij joodse organisaties en christenen bij christelijke organisaties. Mensen gaan altijd eerst naar vrienden en verwanten, naar instanties die ze kennen. Je moet uiteraard al een uitgebreide gemeenschap hebben om zulke organisaties in het leven te roepen, maar de joodse gemeenschap in Antwerpen is beslist groot genoeg waardoor ze een ruim caritatief aanbod heeft, gaande van een eigen ambulancedienst tot hulp voor jonge moeders of voor het regelen van begrafenissen. Er is ook een instantie die koosjere maaltijden bereidt voor wie in het ziekenhuis ligt. Of organisaties voor jobbemiddeling en voor financiële ondersteuning. Er is een grote onderlinge solidariteit. 7 joodsesterboek 600 (© pixabay)

 

Meer orthopraxie dan orthodoxie

Dat ik als jood bepaalde zaken specifiek vanuit mijn geloof doe die anderen niet zouden doen, is een understatement. We hebben onze 613 geboden en verboden, maar een eenvoudiger voorbeeld zijn de bijzondere dagen die ons leven tekenen. Om te beginnen, is er de wekelijkse sabbat. Op die dag mag heel veel niet – elektriciteit gebruiken, koken… – omdat het een rustdag is. Door die bijzondere invulling blijkt duidelijk dat die dag anders is dan alle andere. En dan zijn er nog al onze feestdagen.

Het jodendom is bijgevolg veel meer orthopraxie dan orthodoxie. Het zijn vooral allerlei gewoontes, praktijken en rituelen die ons typeren.

Nog iets wat ons anders maakt, is beslist onze focus op Thorastudie. In elk joods huis zul je kasten vol boeken over de Thora en de Talmoed vinden. Als wij vrije tijd hebben, dan gaat die naar Thorastudie. Onlangs vroeg een vriend me: ‘Gewone mensen hebben diverse hobby’s, terwijl wij altijd maar studeren. Waar zijn onze hobby’s?’ Anderen hebben ’s avonds en in het weekend tijd voor hun hobby’s, terwijl wij inderdaad dan nog allerlei verplichtingen moeten nakomen.

 

Meelijden met wie lijdt

Het jodendom kent geen hiërarchie tussen de 613 geboden en verboden. Ze krijgen allemaal evenveel gewicht. Zelfs de Tien Geboden staan niet boven de andere. Zo je toch de kern eruit wilt halen, dan betreft het deze drie kwesties die voor ons cruciaal zijn: de Godsliefde, de naastenliefde en… de Thoraliefde. Maar de naastenliefde heeft wel voorrang op de rituelen. Als je medemens in gevaar is, valt al het andere weg.

Op de sabbat mag je niet met de auto rijden, maar als er levensgevaar dreigt of iemand heeft een zware verwonding, dan mag je hem of haar wel naar het ziekenhuis voeren.

De Talmoed moedigt voorts ook sterke vormen van solidariteit aan, van meelijden met anderen die lijden. Zo is er de aanbeveling om je op alle gebieden – vreemd genoeg ook seksueel – te onthouden als anderen hongersnood kennen. Als anderen lijden, ga jij je niet eens goed laten gaan. Het past niet te genieten en feest te vieren, als je medemensen in dramatische omstandigheden verkeren. Dan ga je rouwen met de rouwenden, vasten met de hongerigen. Dan ben je solidair en sober. Dan ga je niet eerst aan je eigen comfort denken, want dat zou betekenen dat je onverschillig bent voor het lijden van je naasten. 

 7 Justice 600 (© pixabay)

Helse onderneming

Hoewel de zorg voor de schepping en migratie in de Bijbel aan bod komen, zijn joden niet zo bezig met de grote uitdagingen van deze wereld. Hoewel we die problemen niet negeren, zijn we wellicht toch meer op onszelf dan op de wereld gericht. We kennen ook geen drang om anderen te bekeren. Als iemand daarvoor aan onze deur klopt, gaan we hem juist ontmoedigen. Dat wil niet zeggen dat we anderen uitsluiten en buiten houden, maar we maken ons zorgen over de consequenties van een bekering. Misschien voel je je aangetrokken tot een bepaald aspect van het jodendom, maar het is een helse onderneming als je alle geboden, verboden en gebruiken moet volgen. Die impact op jezelf en je familie wordt misschien niet goed ingeschat en zodra je jood bent, is er geen uit-knop om die verplichtingen weer uit te schakelen. Eens binnen, altijd binnen. Jood-zijn kleurt je hele identiteit, dat moet je goed beseffen.”

 

VERWERKINGSVRAGEN

  • Soms lijken rechtvaardigheid en barmhartigheid twee tegengestelde waarden te zijn. Hoe ervaar jij dat spanningsveld in jouw leven? Heb jij al eens geworsteld met een dilemma tussen opteren voor rechtvaardigheid of barmhartig zijn?
  • Kan God volgens jou tegelijk rechtvaardig en barmhartig zijn? Of botsen die waarden als eigenschappen van God en kan Hij slechts het ene of het andere zijn maar niet beide? Hoe kijk jij naar God op dat vlak en vanuit welke Bijbelverhalen is jouw visie daarop mogelijk gekleurd?
  • Welk beeld heb jij überhaupt van God? (Ook ongelovigen vormen zich vaak een beeld van een God waar ze zich tegen afzetten en waarvan ze vinden dat Hij niet kan bestaan. Het woord ‘God’ bestaat nu eenmaal en we spreken het vaak uit, genre Oh my God of godverdomme, dus wat stel jij je voor bij ‘God’?)
  • Joden en christenen houden er een andere kijk op na wat betreft naastenliefde en barmhartigheid (mede in relatie tot rechtvaardigheid). Waar liggen volgens jou de verschillen?
  • Joden hechten veel belang aan de Thorastudie. Hoe zit dat bij christenen? Kunnen we ook het christendom een godsdienst van het boek noemen of heeft de Bijbel toch een ander statuut bij christenen dan de Thora bij joden?

 

regenboog mensen 666 300 (© pixabay)


Clipboard01

Reeks over 'naastenliefde'

In deze reeks rond de christelijke naastenliefde, barmhartigheid en solidariteit brengt theoloog Emmanuel Van Lierde (vrijwillig wetenschappelijk medewerker van de faculteit Theologie & Religiewetenschappen, KU Leuven) telkens een kleine duiding, waarna een getuigenis volgt.

Dankzij de verwerkingsvragen aan het einde kunt u individueel of in groep verder reflecteren over de eigenheid van de christelijke naastenliefde.

Bovenal wil de reeks u inspiratie bieden voor uw persoonlijk geloof en uw engagementen.

BroederlijkDelen logoNEW FullColorWeb 160px logocaritas 110px Caritas int be cmyk 110px Afbeelding7 orbit2 paxchristi present logo 110 180228 LogoWZS 120px wzz logo vzw 200px