Pieter de Witte en Geert-Jan Zuijdwegt zijn beide gevangenisaalmoezeniers in Leuven. Daarnaast werken ze als docent en onderzoeker aan de Leerstoel ‘Detentie, Zingeving en Samenleving’ van de KU Leuven (© NRV-SVT).

“Het is een grote illusie te denken dat gevangenissen de goede plek zijn om mensen voor te bereiden op re-integratie in de samenleving. Rehabilitatie moet buiten gebeuren.”

Pieter de Witte en Geert-Jan Zuijdwegt werken allebei als gevangenisaalmoezeniers in Leuven. Daarnaast zijn ze als docent en onderzoeker verbonden aan de Leerstoel ‘Detentie, Zingeving en Samenleving’ van de KU Leuven.

Dit interview publiceren we in twee delen. Deel 1 lees je hier.

In deel 2 hieronder praten Pieter en Geert-Jan over het gemis aan solidariteit met gedetineerden in de samenleving, en de huidige crisis in het gevangeniswezen. 

 

Solidariteit met gedetineerden is dun gezaaid in de samenleving. Wat is jullie visie daarop, die geringe solidariteit, of misschien zelfs totale gebrek aan interesse?

PDW: Dat is een proces dat al lang bezig is, en in de richting gaat van het onzichtbaar worden van degenen die we straffen. Vroeger was straffen een publiek gebeuren. In de 16e en 17e eeuw werd je aan de schandpaal genageld. Barbaars zou je zeggen, want dit waren vaak lijfstraffen. Maar: je zag de persoon van de gestrafte. Je kon je ergens inleven in diegene die gestraft werd.

Gevangenis Leuven centraalVandaag hebben we gevangenissen. Zijn die humaner? Dat hopen we. Maar dat is wel een stap verwijderd van het marktplein. De 19e eeuwse gevangenissen, zoals hier in Leuven, staan nog midden in de stad. Dan word je er nog aan herinnerd dat ze er zijn. De nieuwe gevangenissen zijn op industrieterreinen gebouwd waar niemand wat te zoeken heeft. In die beweging worden gedetineerden helemaal aan het zicht van de samenleving onttrokken. En wat je niet ziet, daarover kan je alleen fantaseren. Zo resten mensen alleen nog ideeën zoals: dat zijn gewoon heel gevaarlijke mensen, die we ver moeten wegsteken.

En dat hangt samen met – niet een vergeldingsdenken – maar een veiligheidsdenken: “Dat zijn gevaarlijke elementen, we steken die zo ver mogelijk weg, we zien ze niet meer, en dan zijn we veilig”. Je ziet dat ook in de omgang met gedetineerden. Wie zijn daarbij belangrijk? Vooral de psychologen, die hen benaderen als objecten van risico. Risicoprofielen worden opgesteld: is die persoon gevaarlijk of niet? En dan moeten er allerlei testen gebeuren.

We zien: vanaf het moment dat mensen van buiten – studenten, burgers – echte face-to-face contacten hebben met gedetineerden, dat eigenlijk direct wegvalt, dat objectiverende. Omdat mensen terug zichtbaar worden. Je kunt ermee in gesprek gaan.

“Gevangenisactivisme zou zich eigenlijk moeten concentreren op één ding: de tijd die mensen in de gevangenis zitten verkorten. Dat is het enige.” – Pieter de Witte

 

Zijn er aspecten van gedetineerd-zijn waarvan jullie zouden willen dat de samenleving er beter van op de hoogte is?

GJZ: Voor veel mensen zijn gevangenisstraffen iets heel abstracts. Precies daarom krijg je uitspraken zoals: “Die man heeft dat gedaan, en hij zit máár 10 jaar.” Máár 10 jaar. Je kan heel gemakkelijk zeggen: 5 jaar, of 10 jaar, of 15 jaar, zonder dat je daar een concreet plaatje van krijgt. Mensen voelen dat gewoon niet. Dat is een leeg cijfer.

Gevangenis Hasselt3Maar het idee van een jaar te moeten wachten, dat komt in de normale samenleving nooit voor. 10 jaar is zó ontzettend lang. Als je begint na te denken over je leven de afgelopen 10 jaar, als je begint op te sommen wat je allemaal is overkomen, wat je allemaal hebt gedaan, dat is gigantisch. En stel je nu het omgekeerde voor: de gevangenisstraf bestaat erin dat je uit dat leven, dat zich buiten voortdurend ontwikkelt, helemaal wordt uitgehaald. Daar word je aan onttrokken, de banden worden doorgeknipt. Eigenlijk word je in een vrieskist gezet.

Wat is het noodzakelijke gevolg daarvan? Al je relaties die je buiten had, zie je langzaam afsterven. Want het is niet alleen tijd die je wordt afgenomen om iets te doen met je leven. Het is ook tijd die je niet kunt doorbrengen met je naasten, je kinderen, je ouders. Want ja, mensen blijven niet komen. Sommigen hebben geluk en hun partner blijft – maar dan gaat de relatie meestal alsnog kapot tegen de tijd dat ze buiten komen. Want dan heb je een ander leven. Dus je hele leven dat je buiten had opgebouwd, zie je afkalven. Ook je financiën verdwijnen, in de grote putten van justitie. Je hebt geen inkomen meer, je bouwt geen sociale rechten meer op.

 

We horen dat het gevangeniswezen vandaag in een ernstige crisis verkeert. Wat zijn volgens jullie de problemen die dringend aangepakt moeten worden?

GJZ: Veel kritiek op het gevangeniswezen – gevangenisactivisme, als je het zo wil noemen – richt zich op de omstandigheden waarin mensen worden vastgehouden. Zijn die menswaardig? Bijvoorbeeld: de overbevolking. Dat is inderdaad een ernstig probleem. De stilzwijgende premisse daarbij is: als we die omstandigheden nu maar optimaliseren – we lossen die overbevolking op, enzovoort – dan hebben we een humaan en fantastisch systeem. Dan is het wat het zou moeten zijn.

Gevangenis Hasselt1Maar als je het aan de gedetineerden zelf vraagt: “Stel dat je zou kunnen kiezen tussen je straf uitzitten in de meest ideale Noorse gevangenissen, of 1 jaar korter zitten in Antwerpen met drie op een cel, met matras op de grond?” Allemaal kiezen ze voor 1 jaar korter! Want de tijd die je wordt afgenomen, dát is wat je voelt. Dat is wat de gevangenisstraf zo pijnlijk maakt voor wie haar ondergaat.

PDW: Ons moderne gevangenissysteem is ontstaan in de 19e eeuw, vanuit de idee: in plaats van gedetineerden te straffen, gaan we er betere mensen van maken. De gevangenis als verbeteringsinstituut. Zo wordt nog altijd gedacht. Hier komt de hele idee van voorwaardelijke of vervroegde invrijheidsstelling vandaan: na een bepaalde periode, vaak één derde van de straf, wordt gekeken of de gedetineerde gereed is om terug naar de samenleving te gaan.

“Vandaag primeert steeds meer de veiligheidslogica. De vrijlatingsdatum wordt altijd weer uitgesteld. Want dat is natuurlijk veiliger: binnen kan je sowieso niets mis doen. Maar daarmee wordt de vergeldingslogica losgelaten, die zegt dat tegenover een misdaad een proportionele straf moet staan. Die eindig is.” – Geert-Jan Zuijdwegt

GJZ: Dat is precies de logica van het Belgisch strafsysteem. In België zit je met relatief lange gevangenisstraffen, omdat je al na één derde van je straf kan vrijkomen. Dus als een Belgische rechter wil dat iemand 5 jaar binnen zit, dan moet die een gevangenisstraf van 15 jaar geven. Dat creëert veel ellende, omdat de marge van onzekerheid heel groot is: “Ik kan over 5 jaar buiten komen, maar het kan ook 15 jaar zijn…”. Mensen worden aan het lijntje gehouden. Het creëert ook machtsmisbruik binnen het systeem. Eigenlijk zouden we als samenleving moeten zeggen: “Dit heb je gedaan, dit vinden wij een gepaste straf”. En daarbij blijft het dan ook.

Gevangenis Hasselt2Vergelijk het met een voetbalschorsing. Een voetballer begaat een gruwelijke overtreding op het veld. Dan zegt de tuchtcommissie: “We gaan jou schorsen voor 10 wedstrijden”. Hartstikke heftig. Maar als die speler terugkomt van die schorsing, is hij gewoon weer deel van het team. Dan praat niemand daar meer over. En met criminaliteit moet het ook zo zijn. Dat is de vergeldingsgedachte: er komt een proportioneel antwoord op een feit. Maar stel je nu voor dat die speler 12 wedstrijden wordt geschorst waarvan 8 voorwaardelijk. En elke week wordt opnieuw afgewogen: mag hij terugkomen, of niet? Dat is geen leven meer. Die voetballer weet niet of hij wel of niet moet gaan trainen.

PDW: In de praktijk komt dat schijnbaar mooie idee van verbetering er op neer dat mensen – van zodra ze in aanmerking komen voor voorwaardelijke invrijheidsstelling – eindeloos aan het lijntje worden gehouden. Je moet dit of dat doen voor je reclassering, je moet door allerlei hoepels springen. “Je hebt die therapie nodig, dan laten we je vrij.” Maar die therapie is niet beschikbaar. Steeds blijkt het toch niet genoeg te zijn… Wat je vaak ziet is dat gedetineerden die dat een paar keer meemaken, dat niet meer aankunnen. Ze kunnen het niet meer opbrengen zich op te laden.

Mensen zeggen vaak: “De gevangenisstraf moet gebruikt worden om gedetineerden voor te bereiden op hun re-integratie in de samenleving”. Maar allereerst: vaak is zo’n begeleiding niet beschikbaar. Je zou kunnen zeggen: maar ja, voorzie die hulp dan, zorg dat er heel veel hulpverlening komt in gevangenissen… Maar dan is er het probleem dat detentie zelf rehabilitatie quasi onmogelijk maakt. Logisch, want zolang je binnen zit, kan je niet werken aan relaties, aan je professioneel leven.

“We denken dat onze moderne gevangenissen veel humaner zijn dan de lijfstraffen van de 16e en 17e eeuw. Maar het paradoxale van die zogenaamde humanisering is: de impact van 1 jaar gevangenisstraf is veel pijnlijker dan die van stokslagen.” – Pieter de Witte

GJZ: Om bij de voetbalmetafoor te blijven: het is alsof je zou willen dat iemand een topvoetballer wordt, en hem daarom alle ballen afpakt en verbiedt op het grasveld te komen. Dat is absurd.

PDW: Wat je als samenleving moet doen, is op een bepaald moment zeggen: “Kijk, je hebt lang genoeg in de gevangenis gezeten, ga nu naar buiten je leven opnieuw opbouwen.” Daarom durf ik zeggen: gevangenisactivisme moet gaat over “minder mensen opsluiten” en “mensen sneller vrijlaten”.

 

Kunnen jullie dat uitleggen? Als eerste uitspraak zal dat volslagen contra-intuïtief klinken voor veel mensen.

GJZ: Zelfs al zijn de omstandigheden in de gevangenis heel goed, dan nog blijft de essentie van de strafervaring dat je in een vrieskist wordt gestoken.

PDW: De bedoeling van ons strafsysteem is: behalve als er echt supergoede redenen zijn om je niet vervroegd vrij te laten, kom je eruit. Maar dat is totaal niet hoe de wet vandaag wordt gebruikt. Het is zoals de huidige directeur van het gevangeniswezen, Rudy Van De Voorde, gezegd heeft: “Je re-integreren in de samenleving kan niet ín de gevangenis, dat moet je ná de gevangenis doen.” Het is een illusie te denken dat de gevangenis of gelijk welke vrijheidsberovende maatregel dat kan realiseren. Na een zekere periode moeten gedetineerden weer vrijgelaten worden, en dan hulp en kansen krijgen om buiten opnieuw een leven op te bouwen.

Hier vind je korte videos en artikels over het vak ‘Gevangenisstraf als doorleefde realiteit’. Pieter en Geert-Jan doceren dit vaak één keer per jaar in de gevangenis van Leuven Centraal, waarbij 12 KU Leuven studenten en 12 gedetineerden samen les volgen.

Deel 1 van dit interview lees je hier.

 


BroederlijkDelen logoNEW FullColorWeb 160px logocaritas 110px Caritas int be cmyk 110px Afbeelding7 orbit2 paxchristi present logo 110 180228 LogoWZS 120px wzz logo vzw 200px