Pieter de Witte en Geert-Jan Zuijdwegt zijn beide gevangenisaalmoezeniers in Leuven. Daarnaast werken ze als docent en onderzoeker aan de Leerstoel ‘Detentie, Zingeving en Samenleving’ van de KU Leuven (© NRV-SVT).

“Er is veel onverschilligheid in de samenleving voor wat zich afspeelt in gevangenis. Mensen worden uit het zicht geparkeerd, alsof het probleem niet meer bestaat.”

Pieter de Witte en Geert-Jan Zuijdwegt werken allebei als gevangenisaalmoezeniers in Leuven. Daarnaast zijn ze als docent en onderzoeker verbonden aan de Leerstoel ‘Detentie, Zingeving en Samenleving’ van de KU Leuven.

Dit interview publiceren we in twee delen. Deel 2 lees je hier.

In deel 1 hieronder praten Pieter en Geert-Jan over over hun werk in de gevangenis, en hun inspanningen om de verstarde beeldvorming rond gedetineerden en het gevangeniswezen te doorbreken.

 

Hoe sluit de Leerstoel ‘Detentie, Zingeving en Samenleving’ aan op jullie werk als gevangenisaalmoezeniers?

PDW: Ik kan misschien direct zeggen hoe die band met de universiteit is ontstaan. Die bestond voor een stuk al, omdat Achiel Neys – die jarenlang vormingsverantwoordelijke van de aalmoezeniersdienst was – als criminoloog werkte aan de KU Leuven. Toen ik mijn eigen periode als vormingsverantwoordelijke afsloot, hebben we bewust gekozen om die band te versterken. Eerst in de vorm van het Centrum voor Religie, Ethiek en Detentie (CRED), en vanaf 2022 met de oprichting van de Leerstoel ‘Detentie, Zingeving en Samenleving’.

Die ouvertures naar de academische wereld zijn belangrijk. De samenleving staat hard tegenover detentie – het is een gevoelig thema. Door detentie als onderzoeksthema te openen in de academische wereld, ben je onderweg om het maatschappelijk bespreekbaar te maken. Bovendien is dat heel interessant voor onze vormingsactiviteiten: gevangenisaalmoezeniers doen er goed aan om de nieuwste ontwikkelingen in strafrecht, criminologie enzovoort op de voet te volgen.

“Mensen ‘van buiten’ zijn in de grip in het veiligheidsdenken. Het beeld dat ze van gevangenen hebben is: dat zijn allemaal gevaarlijke elementen en we steken die zo ver mogelijk weg, we zien ze niet meer, en dan zijn we veilig. We merken: vanaf het moment dat mensen gedetineerden in gespreksgroepen – face-to-face – ontmoeten, dit beeld helemaal wegvalt.” – Pieter de Witte

Gevangenis Hasselt2PDW: De Leerstoel organiseert het vak ‘Gevangenisstraf als doorleefde realiteit’. Daarnaast doen we onderzoek naar de ethiek van de straf. Dat is eigenlijk ook de focus van het vak: waarom straffen wij als samenleving? Waarom gebruiken we gevangenissen? De ontdekking is: mensen hebben daar allerlei ideeën over. We hebben daarover zelfs straatinterviews gedaan – we hebben er een video over gemaakt. Maar als je dan doorvraagt, blijkt het heel complex te zijn, hoe dat allemaal samenhangt. Als samenleving willen we allerlei dingen met de gevangenis bereiken: we willen er misdaden mee vergelden, we willen gevaarlijke mensen opsluiten, we willen de daders beter maken.

Belangrijk in ons onderzoek is het thema vergelding. Het is een onpopulair idee: vergelding wordt geassocieerd met barbaarsheid. Maar wij zijn ervan overtuigd dat straf altijd vergeldend is, en dat het zelfs een groot probleem is wanneer straf niet meer vergeldend wordt. Want op dat moment wordt straf gewoon een instrument van de overheid om de samenleving te managen. En dan valt eigenlijk de rechtvaardigheidsoverweging weg.



Het vak ‘Gevangenisstraf als doorleefde realiteit’ gaat jullie duidelijk ter harte. Wat willen jullie met deze onderwijsmodule bereiken?

GJZ: Het is een jaarlijks terugkerend vak van de Leerstoel, waarbij 12 studenten van de KU Leuven en 12 gedetineerden samen les volgen in de gevangenis van Leuven Centraal. Het is een populair vak: elk jaar hebben we 60 inschrijvingen, we moeten dus selectief zijn. Vooral strafrecht- en criminologiestudenten schrijven zich in, maar er zitten ook altijd een paar theologen bij.

Gevangenis Leuven centraalHet format is telkens hetzelfde: we zoeken hoe je die twee groepen op basis van gelijkwaardigheid bij elkaar kunt brengen, en over echte inhouden kunnen praten. We zien namelijk hoe er in de academische wereld gewoonlijk met gedetineerden wordt omgegaan. Ofwel worden ze een onderzoeksobject. Ze worden geïnterviewd of krijgen vragenlijsten. Ofwel worden ze een object van hulpverlening. Ze worden geconfronteerd met mensen die opgeleid zijn om ze te veranderen, er worden interventies geconstrueerd. Maar ze worden nooit meegenomen als gelijkwaardige gesprekspartners! Terwijl ze vaak een heel zinnige mening hebben over dingen.

Die kloof willen we proberen te dichten. Anderzijds merken we dat criminologiestudenten, strafrechtstudenten vaak geen idee hebben hoe een gevangenis in de praktijk functioneert. Ze hebben er heel abstracte voorstellingen van. We zijn ervan overtuigd dat de enige manier om ze echt te laten kennismaken met gevangenissen, is om ze gewoon mee naar binnen te nemen.

Dit jaar hebben we een primeur: we gaan een verkorte versie van het vak geven in een gesloten centrum. Dat is het gesloten centrum van Merksplas, voor mensen zonder recht op wettig verblijf. Ook hetzelfde format weer: 12 studenten van de KU Leuven, en 12 mensen ‘van binnen’. Dat is dus voor de eerste keer. Omdat dit een beetje buiten onze expertise valt, werken we samen met iemand van de VUB die bezig is met vreemdelingendetentie, en met mensen van de Jesuit Refugee Service.

“De kern van detentie is dat je een nieuwe identiteit krijgt. Je bestaat niet meer als de persoon die je denkt te zijn. Je wordt gereduceerd tot een gevangene, een risico, een object dat moet veranderen. Daarbij komt het stigma van in een gevangenis te verblijven: je krijgt een etiket op van de ganse samenleving. ” – Geert-Jan Zuijdwegt

 

Hoe ziet het werk van een gevangenisaalmoezenier eruit? Voor velen van ons is het een verborgen wereld.

GJZ: Eigenlijk is dat heel simpel: we gaan gewoon praten met mensen! En de inhoud van dat contact, dat varieert heel erg per situatie.

Gevangenis Hasselt1PDW: Omdat mensen in verschillende situaties natuurlijk met verschillende dingen bezig zijn. Bijvoorbeeld in het arresthuis waar ik werk. Daar zitten mensen vaak kort op hun arrestatie. Ze hebben heel acute problemen rond persoonlijke relaties die op de helling staan, of het kwijtraken van hun werk. Mensen zitten gewoon in heel verschillende situaties, en onze gespreksfilosofie is: we laten de agenda bepalen door de gedetineerden, waar zij op dat moment over willen praten.

GJZ: Ik zie nu iemand – ondertussen 2 jaar – zo om de week. Die komt pas in aanmerking voor een vervroegde invrijheidstelling over 15 jaar. Die is niet bezig met reclasseren, dat heeft geen enkele zin. Die is bezig met te verwerken wat er allemaal is gebeurd, en met het leven in de gevangenis. Andere mensen komen dan wel in de buurt van hun weg naar buiten, die zijn bezig met hun dossier en het zoeken van een job.

Je moet je ook voorstellen: dat zijn hele lange relaties die je opbouwt in zo’n gevangenis als Leuven Centraal. Er zijn mensen die ik al bijna 10 jaar zie. Er zijn niet zoveel mensen die je 10 jaar lang, elke week, of om de 2 weken ziet. Zoiets is normaal gereserveerd voor je partner, familie of naaste collega’s. Dat zorgt ervoor dat het volledig bizar zou zijn om binnen zo’n relatie naar een soort van doel toe te werken of zo, of te proberen dat een bepaalde kant op te sturen! Dus wij zitten daar echt wel zonder pastorale agenda.

“Mensen denken: de daders moeten snel de gevangenis in, want daar is ruimte voor begeleiding. Dat klopt niet: mensen moeten zo snel mogelijk weg uit die schadelijke omgeving, alleen buiten de gevangenis is begeleiding mogelijk. Begeleiding in de gevangenis voorkomt in het beste geval dat gedetineerden minder stappen achteruit zetten.” – Pieter de Witte

GJZ: Twee dingen, voor de lezer. Eén: het gaat zelden over religie. Niet omdat wij het niet over religie willen hebben, maar omdat het voor veel mensen geen prangende concern is. Als het wel over religie gaat, toch in mijn geval, dan is het vaak bij moslims. Want wij zien in principe iedereen in de gevangenis, het is niet zo dat wij ons beperken. En moslimgedetineerden vinden religie vaker een interessanter thema.

En twee: het gaat ook vaak over hun dossier. Want mensen hebben geen advocaat, hebben een slechte advocaat, horen nooit van hun advocaat,… Ze begrijpen dingen niet. Er is een strafuitvoeringsrechtbank die moet beslissen of ik naar buiten mag: wat betekent dat? Dus daar benaderen ze ons mee. Gewoon omdat niemand anders het antwoord geeft. Dat maakt dat je als aalmoezenier best wel beslagen moet zijn in hoe het juridisch allemaal werkt. Dus ik lees veel verslagen en vonnissen. Dat is de dubbele pet die we dragen: als gevangenisaalmoezeniers hebben we veel expertise in het strafrechterlijke domein, mensen weten dat, en benaderen daar ons mee.

 

Een ander deel van jullie werk in de gevangenis zijn de wekelijkse gebedsvieringen. Kiezen jullie daarbij thema’s die te maken hebben met de situatie van gedetineerden?

GJZ: Mijn gebedsvieringen zijn gewoon heel standaard. Ik volg het Lectionale, en ik heb een korte homilie waarin ik het probeer relevant te maken voor de setting, dat altijd wel. Maar voor de rest vind ik dat de liturgie gewoon de liturgie moet zijn. Veel gedetineerden – dat weten we ook uit onderzoek – komen naar de vieringen om er even uit te zijn: een moment van rust, stilte, bezinning – van eerbied ook. De vastheid van het liturgisch ritme geeft ze een basisstabiliteit.

PDW: Het zijn rituelen, hé. De ervaring dat hetzelfde terugkomt, geeft ze een stabiliteit in een omgeving die – ik spreek nu over een arresthuis – soms heel chaotisch is.

GJZ: Wat ook interessant is: veel van de mensen die bij ons in de viering zitten, zitten bijvoorbeeld ook in de Protestantse viering. Ze maken gebruik van het religieus aanbod, zeg maar. Op donderdag zitten ze bij de Protestanten, op zaterdag bij ons,… Natuurlijk zijn er ook die zéker niet bij ons komen, en anderen komen zéker niet bij de Protestanten. Maar er is een grote groep die alles meedoet, en het allemaal prima vindt. Dus: je loopt gewoon bij elkaars erediensten binnen, zonder dat het een big deal is. Dat vind ik heel waardevol, juist omdat die interreligiositeit niet gepland wordt. Het gebeurt spontaan, op een heel gewone, menselijke manier.

Hier vind je korte videos en artikels over het vak ‘Gevangenisstraf als doorleefde realiteit’.

Deel 2 van dit interview lees je hier.

 


BroederlijkDelen logoNEW FullColorWeb 160px logocaritas 110px Caritas int be cmyk 110px Afbeelding7 orbit2 paxchristi present logo 110 180228 LogoWZS 120px wzz logo vzw 200px