Ecokerk kijkt over het muurtje naar het antwoord dat de katholieke bisdommen van Engeland en Wales geven op de oproep tot een ecologische bekering (foto © Pixabay)

Rita Boeren, lid van de werkgroep Ecokerk bisdom Antwerpen, nam in februari 2024 deel aan het webinar van het project “Guardians of Creation” (Behoeders van de Schepping). Daarin werden de eerste resultaten gedeeld van het project dat sinds 2020 de katholieke bisdommen van Engeland en Wales helpt om de fossiele brandstoffen af te bouwen naar “netto nul" en dat ook onderzoekt hoe de ecologische bekering in parochies, scholen en in op geloof gebaseerde organisaties tot stand kan komen.

 

De ideeën voor het Guardians of Creation- project - een partnerschap tussen het rooms-katholieke bisdom Salford, de St Mary’s University van Twickenham (Londen) en het Laudato Si' Research Institute in Campion Hall (Oxford University) - begonnen te rijpen nadat paus Franciscus in Laudato si' in 2015 alle mensen van goede wil wereldwijd opriep om te antwoorden op de “kreet van de aarde en de kreet van de armen”. In 2019 legde de katholieke bisschoppenconferentie van Engeland en Wales in Guardians of God's Creation het engagement uit van de kerk voor de schepping. In 2022 werd in The Call of Creation besloten te stoppen met fossiele brandstoffen. Een resolutie vroeg vervolgens de 22 bisdommen om een methode van “koolstofboekhouding” op te stellen en de doelstellingen voor het koolstofarm maken bekend te maken. Voor de ondersteuning zorgde het project Guardians of Creation dat een raamwerk ontwikkelde dat elk aspect behandelt van “diocesane decarbonisatie”. Het webinar zoomde in op twee rapporten uit het raamwerk: de leidraad voor “diocesane decarbonisatie” en het rapport over reacties van katholieke parochianen op de ecologische crisis en hoe hiermee om te gaan.

 

 

Pilootbisdom Salford

Bisschop John Arnold, woordvoerder milieu voor de bisschoppenconferentie van Engeland en Wales, daagde zijn bisdom Salford proactief uit om het voortouw te nemen. In 2019 ging op het terrein van Wardley Hall in Worsley - de residentie van de bisschop met ruime tuin en omliggend bosland - het Laudato Si' Centre van start. Mensen komen er leren hoe ze praktische actie kunnen ondernemen om de klimaatverandering aan te pakken en te werken aan een duurzame wereld. In 2020 begon het werken aan 'decarbonisatie'.

Emma Gardner, hoofd van de dienst milieu van het bisdom Salford vertelt dat het gesprek begon met het oog op de VN klimaattop van Glasgow in 2021. Als bisdom wilde men in lijn zijn met het klimaatplan van Engeland. Het bisdom wilde eerst alles samen in beeld krijgen: de CO2 uitstoot van gebouwen in eigendom of in gebruik en alle betrokken groepen personen (parochianen, schoolkinderen en leerkrachten, alle meewerkende organisaties). Het bisdom berekende dat in 2019 de gebouwen een totale uitstoot hadden van 24.000 ton CO2. Ter vergelijking: om dit te compenseren heb je 1,2 miljoen bomen nodig. Een 9.000 ton komt van parochiegebouwen. Die uitstoot wil het bisdom tot 'netto nul' herleiden tegen 2038. Concreet werden enkele lokale audits gedaan en mogelijke oplossingen toegepast: energiezuinige toestellen, zonnepanelen, warmtepompen,… De prijs werd berekend, de terugverdientijd, de geschiktheid van het gebouw, wat men in het eerste jaar al kan doen en wat op iets langere termijn. Ook werd berekend hoeveel CO2 vermeden zal worden.

Bij decarbonisatie gaat de prioriteit naar scholen, pastorieën en parochiezalen. Niet naar kerkgebouwen omdat deze maar voor 15 % van de uitstoot verantwoordelijk zijn en ook veel moeilijker om fossielvrij te maken. Bij andere gebouwen is meer winst voor het milieu te halen.

Om dit te betalen is er ook een praktisch plan van aanpak. Als je bijvoorbeeld een dure stelling moet plaatsen om aan een dak te werken, waarom dan niet ineens zonnepanelen leggen? Maar zelfs zonder optimaal gebruik te maken van de investeringen en herstellingen die toch al gepland zijn, zal men ook kapitaal moeten aanspreken, beroep moeten doen op externe fondsen en ook anderen laten betalen door bijvoorbeeld een bedrijfje op te zetten met zonnepanelen. In Manchester wordt nu onderzocht hoe kerk- en andere daken samen zonnepanelen kunnen plaatsen en aandelen verkopen. Dat gebeurt al voor scholen maar voor kerken is het een nieuwe stap.

Een meevaller voor het geheel van de 22 bisdommen is dat zowat alle parochies hun energie aankopen via de “Church Marketplace”. Er waren dus al gegevens beschikbaar om de koolstof-voetafdruk te berekenen. Ook de bisdommen kopen hun energie collectief aan en kopen nu groene elektriciteit. Begin 2024 hebben zeven bisdommen hun koolstofdoelen bepaald, hebben veel meer bisdommen een milieubeleid ontwikkeld en beginnen nog andere bisdommen met CO2-audits in hun hoofdgebouwen en scholen. Er is dus veel activiteit op gang gekomen.

 

 

Parochianen en ecologisch gedrag

Het tweede rapport, dat ook tot stand kwam in Salford, gaat over vraag: hoe krijgen we mensen aan boord om werk te maken van integrale ecologie? Er werden in twee dekenaten workshops georganiseerd en rondetafelgesprekken met experten. Er werd ook een uitgebreide bevraging gedaan bij 254 parochianen. Zij gaven voor 87% aan erg bezorgd tot tamelijk bezorgd te zijn over het klimaat en ecologische crisis. Maar op het vlak van actie zijn er hindernissen die de ecologische ommekeer in de weg staan.

De hindernissen doen zich voor op materieel, creatief en emotioneel vlak. Als het over de prijs gaat, kiest men voor de gemakkelijkste en goedkoopste optie, eerder dan voor de meer ecologische. De respondenten gaven ook aan dat men zich wat hopeloos voelt en onder druk gezet. Men vreest dat ecologisch veranderen een verlies inhoudt, dat er minder mogelijk zal zijn. Tegelijk is er een verzwakking in de sociale structuren, van zowel de gezinnen als de parochiegemeenschap. En er doen zich daarbinnen felle meningsverschillen voor over ecologische keuzes maken. Het samenvoegen van parochies in grotere administratieve gehelen leidt ook tot een zich moeilijker identificeren met de gemeenschap. Men geeft bijvoorbeeld aan niet meer te weten wat de parochie is en wie er toe behoort. Daardoor ziet men ook niet welke vaardigheden en talenten er aanwezig zijn in de gemeenschap.

De onderzoekers vinden het ook zorgelijk dat een deel van de respondenten die wel een ecologisch engagement vorm geven, dit verbinden aan hun persoonlijke geloof, maar dit niet inbedden in het institutionele geloof. Hier speelt dus het onderscheid - soms de scheiding - tussen het geloofde geloof en de katholieke geloofsinhouden. Een ander patroon toont dat een aantal respondenten zelf minder tot acties komt omdat men verwacht dat de nodige ecologische acties worden genomen door het bisdom. Een verklaring kan zijn dat de veranderingen zo groot zijn, dat men vindt dat die ook op een grotere schaal moeten worden aangepakt, door het bisdom of de hele samenleving. Men kan ook oordelen dat een bisdom een grotere expertise ter zake heeft dan een lokale parochiegemeenschap. Door dit naar een hoger niveau te schuiven herstellen de parochianen echter niet de band met de lokale natuurlijke omgeving.

Wanneer dan bovendien blijkt dat verantwoordelijken in de gemeenschappen, zoals priesters en leerkrachten, zelf weinig ecologisch actief zijn, bijvoorbeeld omdat ze al zoveel opdrachten hebben, versterkt dit nog het feit dat men niet komt tot effectieve acties en lokale ecologische verbinding. En laat dat nu de kern zijn van ‘integrale ecologie’: alles is met elkaar verbonden. En als die verbinding niet wordt hersteld, is er een verlies aan ervaring van de werkelijkheid.

 

 

Ecologische bekering ervaren

Het onderzoek maakt ook oplossingen zichtbaar en verbindt deze aan het concept ‘ecologische bekering’ uit Laudato Si'. Zo getuigden veel parochianen dat ze door Laudato Si' meer ecologisch bewust zijn geworden. Sommigen spreken van een ecologische bekering, anderen drukken zich uit in termen als: “mijn frank is nu gevallen”.

Ecologische bekering gaat niet om een eenmalig inzicht, maar komt tot stand vanuit verschillende aanleidingen en oorzaken, met telkens andere effecten op het handelen. Er is wel één gezamenlijke noemer: wie een ecologische bekering ervaart, ziet wel degelijk een echte verschuiving ontstaan, die leidt tot een andere benadering van zowel de gemeenschap als van de natuurlijke omgeving. Dan ervaart men dat wat men doet een doel heeft en van betekenis is voor de directe en minder directe omgeving.

Waar men voorheen dacht dat dagelijkse handelingen niet veel uitmaken, ontdekt men nu dat deze wel gewicht in de schaal leggen, en ook anderen tot navolging aanzetten. En omdat men de betekenis van het handelen beter beseft, herontdekt men ook zingeving.

Ecologische bekering helpt om de hindernissen te overwinnen. Men ervaart een vorm van vreugde, omdat men echt iets kan bijdragen. Dit gaat het gevoel van defaitisme en onmacht tegen en dit wordt nog versterkt wanneer men zich daarvoor samen met anderen gaat inzetten. Dat herstelt dan weer de band tussen individu, gemeenschap en natuur. Mensen omschrijven dit in termen als “leven ten volle”.

Het rapport gaat ook in op de hoe mensen kunnen worden aangemoedigd de ecologische bekering door te maken. Vooreerst gaat het om het aanmoedigen van een persoonlijke motivatie, vanuit de simpele vaststelling dat mensen meer gemotiveerd zijn wanneer iets hun eigen idee is. Deze motivatie kan volgen uit de waarden die men nastreeft in het leven, de interesses, de inzet voor anderen, het werk dat men doet of ook het financieel voordeel dat men er mee kan bereiken.

Een gemeenschap kan dan dezelfde motivatie delen en het engagement aangaan om te veranderen. In de gemeenschap zijn ook rolmodellen aanwezig, heeft men het gevoel aan iets zinvols deel te nemen en kan men vreugdevolle inspiratie putten voor een betere toekomst. Het gaat om een toekomst waar ieders menselijke waardigheid wordt gerespecteerd, de goederen meer gelijk worden verdeeld, meer besef aanwezig is over wie wordt uitgesloten. Dit vraagt om vriendelijk en meelevend zijn, naar elkaar luisteren, vreugde beleven aan samenzijn met andere mensen, oprecht en transparant met elkaar omgaan.

Ook voor geslaagde communicatie zijn er voorwaarden. Wie spreekt appelleert best aan de waarden die men beleeft. Verhalen werken sterk motiverend omdat we ons nu eenmaal goed herkennen in aansprekende voorbeelden. Beelden en symbolen kunnen helpen om abstracte ideeën vorm te geven. En cijfers en feiten kunnen tenslotte helpen om de kloof met de politiek te dichten.

 

 

Taken voor de kerk

Welke rollen kan de katholieke kerk opnemen om de ecologische bekering te ondersteunen en deze ook in te bedden in de praktijken van de institutionele kerk? De kerk kan vooreerst helpen om de hindernissen te overstijgen.

De top zes van de hindernissen is: 1) het kost te veel, 2) ik weet niet waar beginnen, 3) ik doe al genoeg, 4) ik heb geen tijd, 5) ik begrijp niet wat ik moet doen, 6) dit heeft niets met mijn geloof te maken.

Het bisdom kan financieel helpen, helpen bij het zoeken van fondsen of een lagere prijs via groepsaankopen bedingen. De andere punten kunnen worden aangepakt door duidelijk aan te geven hoe katholieke waarden overeenstemmen met zorg voor de schepping, en door de samenhang te tonen tussen persoonlijk geloof en het Evangelie, en tussen individuen, gemeenschappen en de natuurlijke wereld. Hiervoor opkomen in de samenleving hoort er ook bij.

De kerk kan de gemeenschappen ondersteunen door te wijzen op de voordelen van gezamenlijk handelen. Als topprioriteit signaleert men het opzetten van een educatief programma. En verder: een te bereiken doel voor afname van CO2-uitstoot bepalen, zonnepanelen installeren, bomen planten, meer ruimte maken voor dieren in het wild, meer lokaal voedsel produceren, samenwerken met lokale besturen, eco-groepen en comités opzetten, programma’s die voorbereiden op sacramenten met inbegrip van ecologie, laadpalen voor elektrische voertuigen plaatsen, energiegemeenschappen oprichten, goede praktijken delen - ook met andere religieuze groepen - eco-events en tentoonstellingen inrichten.

Omdat veel mensen aangaven niet goed te weten hoe er aan te beginnen, eindigt het rapport met een lijst van veranderingen die individuen al deden en voorbeelden van parochie-activiteiten.

  1. spiritualiteit: bijbelteksten over omgaan met de schepping ter sprake brengen, ook in de liturgie, voorbeelden uit het leven van heiligen, gebedsgroepen organiseren, bidden voor en na de maaltijden,…
  2. groepsactiviteiten: ontmoeting na de eucharistie, regelmatige evenementen inrichten, de natuur leren kennen, gemeenschapstuinen maken, informatie verspreiden via nieuwsbrief, website, verhalen verspreiden, eco-activiteiten voor en met jongeren organiseren, samenwerking met andere sociale initiatieven, lokale activisten verbinden met elkaar, …
  3. infrastructuur en faciliteiten: milieuvriendelijke producten gebruiken, de verwarming lager zetten (en dekentjes voorzien), zuinigere verlichting en apparaten, zelf voedsel verbouwen, parochie-evenementen met vegetarische/vegan maaltijden, je eigen drankbeker meebrengen, voedsel delen om voedseloverschotten te vermijden,…

 

De volledige rapporten vind je via de website van de Guardians of Creation: klik hier.

 

Lees ook hoe Ecokerk samen met o.a. de Belgische bisschoppen sinds 2017 aan de financiële instellingen waarmee hun bisdommen samenwerken vragen om investeringen in fossiele brandstoffen te vervangen door investeringen in bedrijven en projecten die naar een duurzame energietoekomst streven.

BroederlijkDelen logoNEW FullColorWeb 160px logocaritas 110px Caritas int be cmyk 110px Afbeelding7 orbit2 paxchristi present logo 110 180228 LogoWZS 120px wzz logo vzw 200px